'63 jaar getrouwd en samen op de AOA'
Echtpaar Senden
Acute Opname Afdelin (AOA)'63 jaar getrouwd en samen op de AOA'
In de zomer van 2018 wordt Jan Senden, beter bekend als opa Jan, opgenomen in Zuyderland. Hij ligt net een dag op de Acute Opname Afdeling (AOA), als zijn echtgenote oma Minnie (83) thuis lelijk valt. Ook zij wordt naar het ziekenhuis gebracht. Ze krijgen, bij uitzondering, bedden naast elkaar op de AOA. Als de verpleegkundige hoort dat ze al 63 jaar getrouwd zijn, besluit ze zelfs om de bedden tegen elkaar aan te schuiven. Opa en oma hebben een stevige band en vinden dit erg fijn. Het liefst houden ze de hele dag elkaars hand vast.
Opa Jan: ‘Met mijn hart en longen gaat het niet goed. Maar wat wil je, ik ben 83 jaar en mijn lijf is versleten. Ik leef van dag tot dag. De cardioloog vroeg hoe het met me was. Ik antwoordde dat ik het maar moest doen met die versleten ‘ouwe kroam’. Je moet er maar het beste van maken. Soms wind ik me teveel op en dat is niet goed voor me. Bijvoorbeeld als ik voetbal kijk op de televisie. Als ik daar teveel in opga word ik misselijk. Dan moet ik even heel rustig aan doen en dan gaat het weer.’
Oma Minnie: ‘Ik was gevallen in de slaapkamer en kon niet opstaan. Mijn dochter heeft me gevonden en de ambulance gebeld. Het heeft haar moeite gekost om binnen te komen, want ik had de sleutel op de binnenkant van de voordeur laten steken. Daar moet ik dus vanaf nu éxtra goed op letten.
Na mijn val ben ik niet buiten bewustzijn geweest.’ Opa Jan lacht en kijkt haar ondeugend aan ‘Je bent dan wel niet buiten bewustzijn geweest, maar je wist wel niet waar je was.’ Oma lacht naar hem, praat over haar hoge leeftijd en dat iedereen dan wel eens iets vergeet ‘Dat is helemaal niet erg hoor. Jan vergeet ook regelmatig dingen. Daar kan hij dan over blijven nadenken. Als ik dan zeg dat hij niet zo moet prakkiseren, schiet het hem vanzelf weer te binnen.’
De echtelieden vonden het fijn dat ze naast elkaar lagen in het ziekenhuis. In de nacht kon opa Jan vaak niet liggend slapen vanwege zijn longen. Hij trok dan een leunstoel naast het bed van oma, pakte haar hand vast en sliep vervolgens rechtop. Opa Jan wrijft over zijn buik en vertelt dat het eten in het ziekenhuis erg lekker was. ‘Ik ben zelfs een paar kilo aangekomen. Doe mij maar liefst altijd frites en voor Minnie de aspergesoep, want dat vindt ze heerlijk.’’
Eenmaal goed aangesterkt en weer thuis in Bocholtz, pakken ze hun dagelijkse leven weer op. Een aantal keren per week gaan ze met de bus naar Vaals. Dat is hun lievelingsuitstapje. Oma: ‘Dat is een mooie en gezellige plaats om te winkelen. Daar vindt je alles bij elkaar, zoals de supermarkt, drogisterij en de apotheek. Ook nemen we daar de tijd om koffie te drinken met een lekker stuk Limburgse vlaai. Als we thuis zijn vinden we het leuk als we bezoek krijgen. We genieten van onze kinderen en kleinkinderen. Als onze achterkleinkinderen op bezoek komen, genieten we nog meer. Het is heerlijk om dat jonge grut te zien rondspringen.’
Opa Jan: ‘We wonen nu 24 jaar in dit huis en het bevalt goed. Het is gelijkvloers en we kunnen ons hier goed behelpen. We krijgen hulp van de Thuiszorg en een keer per 14 dagen komt iemand helpen om te poetsen. Ik ga hier alleen weg als ze me dragen tussen zes houten planken.’