Stomaverpleegkundige Viviane Beckers
- Zuyderland
- Specialismen en afdelingen
- Oncologische Zorg
- Ziektebeelden
- Dikkedarmkanker
- Diagnose dikkedarmkanker
Diagnose dikkedarmkanker
Als het, naar aanleiding van de uitslagen van de onderzoeken, om dikkedarmkanker blijkt te gaan, zal de arts meer uitleggen over de tumor, bijvoorbeeld hoe uitgebreid de kanker is (het stadium) en of de kanker is uitgezaaid.
Het is belangrijk om iemand mee te nemen naar dit gesprek. Twee horen meer dan één. Ook kan het handig zijn om het gesprek op te nemen. Dan is later terug te luisteren wat de arts heeft gezegd. Overleg dit van tevoren altijd even met de arts.
In het gesprek stelt de arts een behandeling voor. Het is tegenwoordig heel gewoon om mee te beslissen over de behandeling.
Per jaar wordt darmkanker bij circa 13.000 nieuwe patiënten vastgesteld. Bij ongeveer 1 op de 3 patiënten van deze groep gaat het om endeldarmkanker. Darmkanker staat zowel bij mannen als bij vrouwen op de derde plaats wat betreft meest voorkomende kankersoorten in Nederland.
Bij mannen volgt darmkanker met 14% van het totaal aantal tumoren, na prostaatkanker (22%) en huidkanker (exclusief basaalcelcarcinoom) (14%). Bij vrouwen staat deze aandoening met 13%, na borstkanker (29%) en huidkanker (exclusief basaalcelcarcinoom) (15%) op de lijst van meest voorkomende kankersoorten. Naar verwachting zal het aantal patiënten bij wie de diagnose darmkanker gesteld wordt in 2020 gestegen zijn tot ongeveer 17.000, als gevolg van een licht stijgende incidentie (met name bij mannen), de bevolkingsgroei en de vergrijzing. Darmkanker komt iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen en negentig procent van de patiënten is 55 jaar of ouder.
Darmkanker ontstaat meestal uit een poliep in de wand van de darm. Poliepen zijn goedaardig, maar een klein gedeelte (ongeveer 5%) kan kwaadaardig worden. Dan zijn het kwaadaardige tumoren en noemen we dit kanker.
Het doel van het bevolkingsonderzoek dat in 2014 is gestart, is onder andere om darmkanker in een vroeg stadium op te sporen, nog voordat er symptomen ontstaan. Als darmkanker vroeg ontdekt wordt, is het goed te behandelen.
Bij dikkedarmkanker zit de tumor in de dikke darm. De dikke darm zit aan het eind van het spijsverteringskanaal. De dikke darm gaat over in de endeldarm, die vervolgens in de anus eindigt. Er kan ook een tumor in de endeldarm ontstaan. Dit heet dan endeldarmkanker.
Uitzaaiingen in de lever en de longen
Een tumor in de dikke darm kan uitzaaien naar andere organen. De kans op uitzaaiingen wordt groter als de tumor verder de darmwand ingroeit.
Darmkankercellen kunnen losraken en via lymfe- of bloedvaten uitzaaien naar bijvoorbeeld de lymfeklieren, de lever of de longen. Daar kunnen ze uitgroeien tot nieuwe tumoren. Als op deze manier een nieuwe tumor in de lever ontstaat, dan heet dit geen leverkanker. Het zijn uitzaaiingen in de lever van darmkanker.
Uitzaaiingen in het buikvlies
Bij dikke darmkanker kunnen ook uitzaaiingen in het buikvlies ontstaan. Dit kan gebeuren als de tumor helemaal door de darmwand groeit en er kankercellen in de buikholte terechtkomen. Als de kankercellen zich daar hechten aan het buikvlies kunnen er buikvliesuitzaaiingen ontstaan. Uiteindelijk ontstaat er dan vocht (ascites) in de buik, waardoor de buik dik wordt en pijn kan doen. Ook kan de ontlasting hierdoor veranderen.
Symptomen van dikke darmkanker zijn divers. Ze hangen ook samen met de plek waar de tumor zit. Maar niet iedereen met dikke darmkanker heeft klachten.
Er zijn verschillende klachten die kunnen wijzen op dikkedarmkanker. Het soort klachten heeft te maken met de plek van de tumor. Een tumor onderin de darm geeft bijvoorbeeld vaker verstopping dan een tumor meer bovenin de darm.
Klachten die kunnen wijzen op dikkedarmkanker:
- bloed of slijm in de ontlasting
- een verandering in hoe vaak je moet poepen en hoe de poep eruit ziet
- verstopping
- gewichtsverlies
- een vol gevoel
- gebrek aan eetlust
- buikpijn of buikkramp
- vermoeidheid of duizeligheid door bloedarmoede (door bloedverlies in de darm)
Niet iedereen met een tumor in de dikke darm heeft klachten. Ook kunnen bovenstaande klachten voorkomen bij andere ziekten dan kanker.
Bezoek de huisarts altijd bij bloed in de ontlasting of als je je zorgen maakt. Als een van de andere klachten langer dan 2-3 weken aanhoudt is ook onderzoek nodig.
Wilt u meer weten over symptomen bij dikkedarmkanker dan verwijzen wij u naar kanker.nl
Er is niet één oorzaak van kanker in de dikke darm. Wel zijn er enkele risicofactoren die de kans op dikke darmkanker vergroten. Kanker is niet besmettelijk, ook darmkanker niet.
Aandoeningen van de darm zelf, zoals:
Darmpoliepen. Dit zijn goedaardige gezwellen in de darm die kwaadaardig kunnen worden. Meestal weet je niet dat je darmpoliepen hebt. Ze geven bijna nooit klachten.
Chronische ontsteking van de dikke darm. Zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn.
Eerder behandelde dikkedarmkanker of endeldarmkanker.
Mensen met deze aandoeningen krijgen controle-onderzoek.
Erfelijke aanleg voor darmkanker
Meestal speelt erfelijkheid geen rol bij dikkedarmkanker. Maar in sommige families komt opvallend vaak dikkedarmkanker voor. Dat kan komen door een genetische (erfelijke) aandoening.
De volgende erfelijke aandoeningen kunnen de kans op dikkedarmkanker vergroten:
- Lynch-syndroom
- Familiaire Adenomateuze Polyposis (FAP of AFAP)
- MutYH geassocieerde polyposis (MAP)
Als er veel kanker voorkomt in een familie en er geen genetische oorzaak gevonden wordt, heet het familiaire darmkanker.
Mensen uit families waar veel dikkedarmkanker voorkomt, krijgen regelmatig een darmonderzoek.
Voeding en beweging
Er wordt veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen voeding en kanker. Ook de invloed van voeding op darmkanker wordt veel bestudeerd.
Gezonde voeding en voldoende beweging zijn belangrijk bij het voorkomen van darmkanker. Zo blijkt uit onderzoek dat overgewicht de kans op dikkedarmkanker vergroot. Ook het eten van rood en bewerkt vlees kan het risico op dikkedarmkanker vergroten. Met bewerkt vlees wordt bijvoorbeeld worst en vleeswaren bedoeld. Onder rood vlees vallen rund- en varkensvlees.
Lees verder over de relatie tussen voeding en darmkanker op www.voedingenkankerinfo.nl.
Poliepen van de darm
Wilt u meer weten over risicofactoren van dikkedarmkanker dan verwijzen wij u naar kanker.nl
Uw arts bespreekt uw ziektegeschiedenis met een team van gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen. Dit heet een multidisciplinair overleg (MDO). In het MDO rondom darmkanker, dat twee keer per week plaatsvindt, werken alle specialisten op het gebied van darmkanker samen.
Aan het MDO nemen deel:
- een Maag Darm Lever arts (diagnostiek)
- een chirurg (operatie)
- een internist/oncoloog (behandeling chemo-, immono- en doelgerichte therapie en begeleiding klachten)
- een radiotherapeut (in verband met de bestralingen in de Maastro kliniek in Maastricht))
- een casemanager (begeleiding)
- een geriater (met name bij patiënten ouder dan 65 jaar)
- een radioloog (beeldonderzoek)
- een patholoog (cel- en weefselonderzoek).
- een lever specialist van het MUMC+
- specialist(en) van andere (verwijzende) ziekenhuizen
Samen bepalen zij een behandelplan.
Is bij u dikkedarmkanker ontdekt, dan bespreekt uw behandelend arts met u welke mogelijkheden er zijn voor de behandeling. Hierbij wordt rekening gehouden met
- welk stadium en kenmerken de tumor heeft
- of er sprake is van erfelijke belasting
- of er uitzaaiingen zijn
Samen met de andere specialisten van het MDO is een behandelplan voor u opgesteld, hierbij gebruik makend van de landelijke richtlijnen.
Een behandelplan is maatwerk. Geef duidelijk aan wat uw wensen en verwachtingen zijn en laat u goed informeren over de behandelmogelijkheden zodat u samen met uw behandelend arts een weloverwogen besluit kunt nemen. Aan elk besluit zitten voor- en nadelen. Met uw vragen kunt u ook altijd terecht bij uw casemanager. De casemanager begeleidt u tijdens dit hele traject en kan u ook psychosociale ondersteuning bieden.
Mocht u besluiten af te zien van een behandeling dan wordt in samenspraak met u de zorg overgedragen aan de huisarts.