'Het geeft mij een warm en voldaan gevoel.’
Lees het hele verhaalBehandeling borstkanker
Als u geconfronteerd wordt met de diagnose borstkanker is dat vaak een hele schok. Nadat u gehoord hebt dat u kanker hebt volgt vaak een lange periode van behandeling door operatie, chemotherapie en / of bestraling.
Er zijn verschillende behandelingen mogelijk voor borstkanker. Het ligt aan uw situatie en het stadium van de ziekte welke behandeling het meest geschikt is. Vaak betreft het een combinatie van meerdere behandelingen.
Artsen doen ook onderzoek naar nieuwe behandelingsmogelijkheden. Soms kunt u meedoen aan een van deze onderzoeken en een van deze behandelingen krijgen. Dit zal altijd in overleg met u bepaald worden.
U kunt ook besluiten dat u niet behandeld wilt worden.
Bij een borstsparende operatie blijft de borst behouden. De chirurg neemt alleen de tumor weg en een rand van gezond weefsel eromheen. Een borstsparende operatie is alleen zinvol als het gezwel niet te groot is in verhouding tot de grootte van de borst. Anders is het cosmetisch resultaat teleurstellend. Uw chirurg bespreekt met u of een borstsparende ingreep mogelijk is bij u. Na de borstsparende operatie is meestal bestraling nodig. Het verwijderen van de tumor in combinatie met bestraling is net zo veilig als het verwijderen van de gehele borst. Door de bestraling kunnen vorm, kleur en de soepelheid van de borst veranderen.
Bij een borstsparende operatie moet de chirurg precies weten waar de afwijking zit die hij moet verwijderen. Als de chirurg de tumor niet kan voelen, is het belangrijk de afwijking goed te markeren. Dat gebeurt met een magneetzaadje, op basis van de mammografie en echografie-beelden. We noemen dat lokalisatie.
Lokalisatie door middel van een magneetzaadje
De radioloog plaatst het magneetzaadje met behulp van een dunne naald in de afwijking. Het magneetzaadje wordt uit de naald geduwd en de naald wordt verwijderd. Om te controleren of het magneetzaadje zich in de afwijking bevindt, krijgt u nog een aanvullende mammografie. De chirurg spoort het zaadje tijdens de operatie op met behulp van een stralingsdetector zodat hij het afwijkende gebied kan verwijderen.
Bij een borstamputatie verwijdert de chirurg de gehele borst. In de meeste gevallen verblijft u na de operatie slechts enkele uren op de dagverpleging en mag u dezelfde dag nog naar huis. Bij een medische indicatie volgt een korte opname op de verpleegafdeling. In de meeste gevallen kunt u dan de dag na de operatie weer naar huis.
Bestraling
Na een borstamputatie is bestraling meestal niet nodig. Als uit het onderzoek van het verwijderde weefsel blijkt dat de tumor toch te dicht tot aan de rand van het weggenomen weefsel zit, is bestraling alsnog noodzakelijk. Soms is ook de groeiwijze van de tumor of de uitgebreidheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren een reden om te bestralen na een borstamputatie.
Met of zonder reconstructie
Een borstamputatie kan zonder reconstructie, met een directe reconstructie (primair) of een reconstructie op een later tijdstip (secundair) uitgevoerd worden.
Er zijn verschillende manieren waarop de plastisch chirurg de reconstructie kan uitvoeren. Uw chirurg verwijst u hiervoor door naar de plastisch chirurg, die u informatie en advies geeft over de mogelijkheden.
Tijdens het borstonderzoek ( mammografie/ echografie) zijn in uw oksel geen afwijkingen gevonden. Om er zeker van te zijn dat er in de lymfklieren in uw oksel geen uitzaaiingen zijn, wordt bij u de schildwachtklier verwijderd.
De schildwachtklier is de lymfeklier die als eerste het lymfevocht uit de tumor in de borst opvangt. Kankercellen kunnen zich verspreiden via het lymfevocht. Als borstkanker uitzaait, komen de uitgezaaide kankercellen als eerste in de schildwachtklier terecht. De schildwachtklier is iets anders dan de schildklier.
Het verwijderen van de schildwachtklier
Ongeveer een week voor de operatie heeft u een afspraak met de chirurg, deze spuit bij u een kleine hoeveelheid magnetische vloeistof in de borst. Als u ook nog een magneetzaadje krijgt dan wordt de magnetische vloeistof ingespoten door de radioloog die ook het magneetzaadje inbrengt.
De magnetisch stof wordt afgevoerd naar de klieren in de oksel en hoopt zich op in de schildwachtklier. Omdat de stof magnetisch is kan de chirurg deze klier tijdens de operatie met een speciaal apparaat vinden en zo verwijderen.
In de meeste gevallen krijgt u op de dag van de operatie te horen of er sprake is van uitzaaiingen.
Wat is een MARI-klier procedure?
Bij de MARI-procedure wordt in de lymfeklier met een uitzaaiing een magneetzaadje gebracht. Als er meerdere verdachte lymfeklieren in de oksel worden gevonden, wordt in de grootste lymfeklier een magneetzaadje gebracht. Deze klier wordt de MARI-klier genoemd.
Waarom wordt de MARI klier procedure uitgevoerd?
Deze methode wordt uitgevoerd bij patiënten waarbij in de oksel een lymfklier met uitzaaiing van borstkanker is gevonden en het advies is om eerst te starten met chemotherapie. Het doel van het starten met chemotherapie is om de tumor in de borst kleiner te maken en om de uitzaaiing in de lymfklier te laten verdwijnen.
Om de lymfklier waar de uitzaaiing in zit/ zat terug te kunnen vinden tijdens de operatie wordt er voor de start van de chemotherapie een magneetzaadje ingebracht. Tijdens de operatie wordt de MARI-klier verwijderd en nagekeken. Is deze MARI klier schoon, betekent het dat er geen uitzaaiingen zijn gevonden. De overige lymfeklieren hoeven dan niet verwijderd te worden. Als er wel uitzaaiingen gevonden worden, volgt er radiotherapie op de oksel.
In sommige gevallen wordt er een tweede operatie gepland waarbij alle lymfeklieren in de oksel worden verwijderd.
Als de schildwachtklierprocedure uitzaaiingen aantoont, kan dat reden zijn om meer lymfeklieren te verwijderen. Deze ingreep heet ‘okselkliertoilet’ en gebeurt vaak direct tijdens de operatie van de borst. Het is niet altijd meteen duidelijk of een okselkliertoilet nodig is. Soms geeft het pathologisch onderzoek van de verwijderde tumor pas uitsluitsel daarover. Uw behandelend team wacht dan eerst de uitslagen af en bepaalt op basis daarvan welke behandeling nog nodig is. Dat is ongeveer een week na de operatie. Een tweede operatie is soms nodig om alsnog de overige lymfeklieren uit de okselholte te verwijderen.
Drain
Bij een borstamputatie en/of een okselkliertoilet brengt de arts na de operatie een dun slangetje (drain) aan in de wond in de oksel aan. Via de kleine gaatjes in de drain worden bloed en wondvocht afgezogen, zodat geen vochtophoping plaatsvindt in het wondgebied. Dit bevordert de wondgenezing. De drain blijft maximaal 48 uur zitten. U hoeft hiervoor niet in het ziekenhuis te blijven, maar kunt gerust naar huis gaan. Voor de verzorging van de wond en drain en het verwijderen van de drain vragen wij thuiszorg aan.
Mogelijke bijwerkingen van een okselkliertoilet
- De schouder aan de kant van de geopereerde borst kan wat stijver worden. Wij adviseren u niets te forceren en de wond eerst rustig te laten genezen. De mammacare verpleegkundige geeft u informatie over oefeningen die het herstel bevorderen. Meestal kunt u uw arm en schouder na enige maanden weer vrijwel normaal gebruiken.
- Aan de binnenkant van de bovenarm kan een gevoelloos gebied ontstaan. Dit kan voorkomen als de gevoelszenuwen, die dwars door de oksel lopen, zijn weggenomen tijdens de operatie. Dit ‘slapende gevoel’ is blijvend.
- De lymfeklieren in de oksel voeren het lymfevocht af. Als alle lymfeklieren zijn verwijderd kan extra lymfevocht (lymfoedeem) ontstaan. Vooral vanuit de arm kan na de operatie het lymfevocht minder gemakkelijk worden afgevoerd. Bij ca. 25% van de patiënten is dit het geval. De mammacareverpleegkundige informeert u over het voorkomen en behandelen van lymfoedeem en geeft u zo nodig een verwijzing voor de lymfoedeemtherapeut.
Afspraak bij de chirurg na de operatie
De patholoog onderzoekt het verwijderde borstklierweefsel en/of de okselklieren. Als alle uitslagen bekend zijn, volgt een bespreking van het multidisciplinair team waarbij onder anderen de chirurg-oncoloog, internist-oncoloog, radiotherapeut en patholoog aanwezig zijn. Ongeveer een week na de operatie bespreekt de chirurg met u de uitslag en eventueel voorstel voor vervolgbehandeling.
Na een borstamputatie of borstsparende operatie is vrijwel altijd een borstreconstructie mogelijk. De plastisch chirurg voert de operatie uit. Er zijn verschillende manieren om een borst te reconstrueren. Welke manier voor u het beste is, hangt af van verschillende factoren. Er zijn twee mogelijkheden van borstreconstructie die we u onderstaand uitleggen.
Reconstructie na een borstsparende operatie
Bij een borstreconstructie na een borstsparende operatie verwijdert de borstchirurg eerst de tumor. Direct daarna, tijdens dezelfde operatie, voert de plastisch chirurg de borstreconstructie uit. De plastisch chirurg streeft ernaar om het defect, dat na het verwijderen van de tumor is ontstaan, zo goed mogelijk op te vullen met uw eigen weefsel. Welke methode de plastisch chirurg hiervoor kan gebruiken, bespreekt hij voorafgaand aan de operatie met u op de poli plastische chirurgie. Aangezien er na een borstsparende operatie altijd radiotherapie nodig is, komt de bestraling ook op het gebied van de reconstructie. In individuele gevallen kan dit het uiteindelijke cosmetische resultaat van de reconstructie nog beïnvloeden.
Reconstructie na een borstamputatie
Bij een borstreconstructie na een borstamputatie heeft u de keuze tussen een reconstructie met een prothese of met eigen weefsel. Op de poli plastische chirurgie bespreekt de plastisch chirurg alle opties met u. Samen kiest u voor de optie die medisch gezien kán en het beste bij u past. Of de reconstructie in dezelfde operatie plaats kan vinden als de amputatie hangt af van de gekozen reconstructie en of u na de operatie nog bestraald moet worden.
Wat kunt u verwachten van een reconstructie na een borstsparende operatie of borstamputatie?
Wij vinden het erg belangrijk dat u een reëel verwachtingspatroon heeft voordat u een reconstructie ondergaat. Het primaire doel van de reconstructie is om in een beha een mooi symmetrisch decolleté te krijgen. De gereconstrueerde borst zal, onafhankelijk van de gekozen methode, nooit meer hetzelfde zijn als voor de verwijdering van de tumor. Zo is het vaak moeilijk de gereconstrueerde borst gelijk te maken aan de andere borst. Het is mogelijk om één van de borsten achteraf nog iets aan te passen voor een beter resultaat. Ook een tepelreconstructie met tatoeage kan bijdragen in een zo natuurlijk mogelijk gereconstrueerde borst.
Als u een borstreconstructie overweegt of meer informatie wenst over de mogelijkheden bent u altijd van harte welkom voor een vrijblijvende afspraak op de poli plastische chirurgie. De plastisch chirurg bespreekt alle mogelijkheden met de bijbehorende voor- en nadelen met u zodat u een goede en weloverwogen keuze kunt maken.
Als een reconstructie is uitgevoerd, hoeft u niet bang te zijn dat het controle-onderzoeken van de borst(en) belemmert. Ook vormt het geen extra risico op terugkeer van de ziekte in het operatiegebied of het ontstaan van uitzaaiingen.
Radiotherapie is een behandelingsvorm die gebruik maakt van straling. Radiotherapie wordt onder meer gebruikt bij de behandeling van kanker, maar ook andere (niet-kwaadaardige) aandoeningen komen soms voor een bestralingsbehandeling in aanmerking. Voor de bestraling wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling die echter vele malen sterker is dan de straling die gebruikt wordt voor het maken van röntgenfoto’s. Soms wordt ook een radioactieve bron gebruikt die in het lichaam in of dichtbij de tumor wordt aangebracht. Voor alle gebruikte straling geldt dat deze onzichtbaar, niet te ruiken en niet voelbaar is.
De bestralingsbehandelingen vinden plaats bij MAASTRO clinic. MAASTRO werkt samen met de ziekenhuizen in Maastricht, Heerlen, Sittard, Roermond, Weert en Venlo. Voor de regio Noord- en Midden-Limburg heeft MAASTRO een dependance in Venlo. Het wekelijks spreekuur met de radiotherapeut-oncoloog van MAASTRO clinic vindt plaats op dinsdagmiddag en donderdagmiddag in Zuyderland locatie Sittard-Geleen.
Bij chemotherapie krijgt u één of meerdere medicijnen per infuus toegediend. Dit zijn medicijnen die cellen doden of de celdeling remmen. Chemotherapie maakt geen volledig onderscheid tussen kankercellen en gezonde cellen. Gezonde cellen kunnen dus ook beschadigen, maar herstellen weer.
De juiste behandeling voor elke patiënt
Elke patiënt is anders en verdient een advies en behandeling op maat. Het multidisciplinaire team bespreekt elke patiënt bij diagnose en ná de operatie. Elke professional die betrokken is bij de borstkankerzorg is hierbij aanwezig. Het behandeladvies komt tot stand op basis van de medische gegevens, maar houdt ook rekening met de persoonlijke situatie en voorkeuren van de patiënt.
Wanneer krijgt u chemotherapie?
Of u in aanmerking komt voor chemotherapie is van een aantal factoren afhankelijk. Ook het moment waarop de chemotherapie start kan variëren. Soms is een combinatie van chemotherapie met een andere vorm van behandeling mogelijk. Chemotherapie is echt maatwerk en afhankelijk van de soort tumor.
Chemotherapie kunt u op verschillende momenten krijgen:
- Na de operatie: deze zogenaamde adjuvante (aanvullende) behandeling krijgt u als een reële kans bestaat dat er microscopisch kleine (nog niet aangetoonde) tumorcellen in het lichaam aanwezig zijn. Adjuvante behandelingen kunnen het risico verkleinen dat de borstkanker in de toekomst terugkeert in de geopereerde borst na een borstsparende behandeling, in de andere borst of op andere plaatsen in het lichaam
- Vóór de operatie: deze neo-adjuvante behandeling krijgt u als de tumor te uitgebreid is om direct te opereren óf als de verwachting bestaat dat de tumor er kleiner door wordt. Dit vergroot de kans op een borstsparende operatie. Ook geeft men steeds vaker chemotherapie vóór de operatie, als zeker is dat deze ná de operatie ook gegeven gaat worden.
- Palliatieve behandeling: als op een andere plaats in het lichaam uitzaaiingen zijn gevonden. Een palliatieve behandeling is niet meer gericht op genezing maar op het remmen van de ziekte, het verminderen of voorkomen van klachten.
Hoe gaat chemotherapie in zijn werk?
Voorbereiding
De oncoloog of de verpleegkundig specialist oncologie bespreekt welke behandeling voor u van toepassing is. Een 2e gesprek vindt telefonisch plaats met de oncologie verpleegkundige. In dit gesprek krijgt u informatie over de behandeling, de mogelijke bijwerkingen en instructies. Voorafgaand aan dit gesprek krijgt u een link toegestuurd naar ween website die u kunt gebruiken om u voorbereiden op dit gesprek. Alle informatie krijgt u op schrift mee naar huis, inclusief een telefoonnummer dat 24/7 bereikbaar is.
De behandeling
Chemotherapie vindt plaats op de oncologische dagbehandeling in het ziekenhuis, locatie Sittard/Geleen. De oncologie verpleegkundige brengt een infuusnaald in een bloedvat in uw arm in. De medicijnen in het infuus verspreiden zich via de bloedbaan door het hele lichaam en doden de cellen of remmen de celdeling. Gezonde cellen kunnen ook beschadigd worden, maar herstellen zich later weer.
Een behandeling duurt tussen de 1½ tot 6 uur.
Tijdens de behandeling met chemotherapie
De dag voorafgaand aan elke kuur vindt bloedonderzoek plaats. U heeft dan tevens contact met de oncoloog of de verpleegkundig specialist. Dit kan telefonisch of op de polikliniek zijn. In dit gesprek kijken ze met u terug op de voorgaande kuur, de eventuele bijwerkingen en wat hier aan te doen is. Afhankelijk van hoe u zich voelt én de uitslag van het bloedonderzoek, valt het besluit of de geplande kuur de dag erna door kan gaan.
Bijwerkingen
Chemotherapie kan bijwerkingen veroorzaken. Deze kunnen verschillen per soort medicijn of combinatie van medicijnen. Voorafgaand aan de behandeling lichten wij u voor over de specifieke bijwerkingen die bij uw behandeling kunnen optreden en hoe u daarmee het beste kunt omgaan. U krijgt deze informatie mee naar huis, inclusief een telefoonnummer dat 24/7 bereikbaar is.
Psychosociaal welbevinden
Naast uw lichamelijke klachten verdient ook uw psychosociaal welbevinden aandacht. U kunt altijd bij uw behandelaar terecht met vragen op dit gebied. Op enig moment tijdens de chemokuur vraagt de oncologieverpleegkundige u een vragenlijst in te vullen met de bedoeling eventuele psychosociale problemen vroeg op te sporen. Psychosociale begeleiding behoort tot de mogelijkheden. Hierbij kunt u denken aan gesprekken met maatschappelijk werk of psychologie.
Zie ook de pagina over nazorg.
Port-a-cath en PICC-lijn
Wanneer het inbrengen van een infuusnaald in een bloedvat in uw arm problemen geeft, kunnen wij een Port-a-cath of een PICC-lijn plaatsen. Dit is ook mogelijk bij een behandeling die gedurende langere tijd plaats zal vinden.
De Port-a-cath is een titanium “huisje” dat in het onderhuids vetweefsel van de borstkas, een aantal centimeter onder het sleutelbeen, wordt geïmplanteerd. Hieraan is een dun slangetje verbonden dat onderhuids naar een groter bloedvat loopt. De Port-a-cath is gemakkelijk voelbaar en eenvoudig door een arts of oncologieverpleegkundige aan te prikken. Een PICC-lijn is een dun slangetje dat via een bloedvat in de bovenarm wordt ingebracht. Het uiteinde van de lijn komt uit in een groot bloedvat.
Hoofdhuidkoeling
Haaruitval is een van de bijwerkingen die door chemotherapie kunnen optreden. De verpleegkundige van het oncologisch dagcentrum zal u, indien gewenst, informeren over de mogelijkheden tot aanschaf van een haarwerk. Ook krijgt u informatie over het gebruik van mutsjes of sjaaltjes. Daarnaast kunt u, indien u dit wenst en indien dit bij u behandeling van toepassing is, gebruik maken an hoofdhuidkoeling. Hoofdhuidkoeling kan haaruitval voorkomen. Bij hoofdhuidkoeling krijgt u een koude kap op het hoofd, voor, tijdens en na het chemotherapie-infuus. Door de hoofdhuid te koelen, worden de cellen die haar produceren beschermd tegen de chemotherapie. Hierdoor is de kans op haaruitval kleiner. Hoofdhuidkoeling werkt niet bij alle vormen of combinaties van chemotherapie. De verpleegkundigen van het oncologisch dagcentrum zullen u hier over informeren.
Look Good Feel Better
Tijdens de behandeling met chemotherapie kunt u deelnemen aan de workshop Look Good Feel Better. Dit is een gratis bij te wonen, 2 uur durende workshop waarbij u met anderen bezig kunt zijn met uw uiterlijk. U krijgt tips en adviezen van onze beautyprofessionals over huidverzorging en make-up. Wat is de beste verzorging voor uw huid? Hoe maakt u zich op wanneer uw wenkbrauwen en wimpers zijn uitgevallen? Een haarwerker geeft informatie over pruiken en het gebruik van sjaals en andere hoofdbedekking. Kortom: u gaat zelf aan de slag zodat u stap voor stap in de vingers krijgt hoe u tijdens de behandeling met chemotherapie aan u uiterlijke verzorging kunt werken. U kunt meer informatie krijgen of u aanmelden voor deze werkshop bij de verpleegkundigen van het oncologisch dagcentrum.
Bij ongeveer 20% van alle borstkankerpatiënten is sprake van een verhoogde aanwezigheid van zogenaamde HER-2 receptoren op de borstkankercellen. Deze vorm van borstkanker is te behandelen met speciale medicijnen, gericht tegen dit eiwit. Deze medicijnen binden aan de HER2-recpetoren en blokkeren deze. De receptoren kunnen daardoor geen groeisignalen meer ontvangen of doorgeven. Hierdoor kan de tumorcel zich niet meer delen en wordt de groei van de tumor geremd. Deze medicijnen noemen we doelgerichte therapie. Deze behandeling vindt vaak plaats in combinatie met chemotherapie wat het effect van beide behandelingen versterkt.
Behandelingen
De behandeling met doelgerichte therapie, al dan niet in combinatie met chemotherapie kan (deels) voor de operatie plaatsvinden (neo-adjuvant), en na de operatie voortgezet worden of geheel na de operatie (adjuvant) gegeven worden. De duur van de behandeling is afhankelijk van de kenmerken van de borstkanker en de bevindingen na de operatie en zal door uw behandelaar met u besproken worden.
Mogelijke bijwerkingen
Als de behandeling samen met chemotherapie gegeven wordt, kunnen er bijwerkingen optreden. Maar deze worden dan meestal door de chemotherapie veroorzaakt. De meeste patiënten verdragen de behandeling met alleen doelgerichte therapie goed en ondervinden geen of milde bijwerkingen. De meeste bijwerkingen treden op tijdens of net na de eerste behandeling en zijn kortdurend van aard. Tijdens en na dit eerste infuus letten we extra goed en extra lang op u.
Port-a-cath en PICC-lijn
Wanneer het inbrengen van een infuusnaald in een bloedvat in uw arm problemen geeft, kunnen wij een Port-a-cath of een PICC-lijn plaatsen. Dit is ook mogelijk bij een behandeling die gedurende langere tijd plaats zal vinden.
De Port-a-cath is een titanium “huisje” dat in het onderhuids vetweefsel van de borstkas, een aantal centimeter onder het sleutelbeen, wordt geïmplanteerd. Hieraan is een dun slangetje verbonden dat onderhuids naar een groter bloedvat loopt. De Port-a-cath is gemakkelijk voelbaar en eenvoudig door een arts of oncologieverpleegkundige aan te prikken. Een PICC-lijn is een dun slangetje dat via een bloedvat in de bovenarm wordt ingebracht. Het uiteinde van de lijn komt uit in een groot bloedvat.
Look Good Feel Better
Tijdens de behandeling met chemotherapie kunt u deelnemen aan de workshop Look Good Feel Better. Dit is een gratis bij te wonen, 2 uur durende workshop waarbij u met anderen bezig kunt zijn met uw uiterlijk. U krijgt tips en adviezen van onze beautyprofessionals over huidverzorging en make-up. Wat is de beste verzorging voor uw huid? Hoe maakt u zich op wanneer uw wenkbrauwen en wimpers zijn uitgevallen? Een haarwerker geeft informatie over pruiken en het gebruik van sjaals en andere hoofdbedekking. Kortom: u gaat zelf aan de slag zodat u stap voor stap in de vingers krijgt hoe u tijdens de behandeling met chemotherapie aan u uiterlijke verzorging kunt werken. U kunt meer informatie krijgen of u aanmelden voor deze werkshop bij de verpleegkundigen van het oncologisch dagcentrum.
Hormonen zijn stoffen die ons lichaam zelf aanmaakt. Bij hormoongevoelige tumoren zorgen hormonen er bijvoorbeeld voor dat de tumorcellen vaker delen waardoor de tumor groeit. Hormonale therapie blokkeert of remt de werking van deze hormonen zodat de tumorgroei stopt. Hormonale therapie is eigenlijk een antihormoon therapie.
Wanneer krijgt u hormonale therapie?
De behandeling heeft alleen nut bij hormoongevoelige tumoren. U krijgt medicijnen die de aanmaak van bepaalde hormonen beperkt, of hun invloed vermindert. Hormonale therapie wordt, net als chemotherapie, soms vóór de borstoperatie en soms erna gegeven. Ook kan hormonale therapie toegepast worden bij uitgezaaide ziekte, om de uitzaaiingen te doen slinken en groei en verspreiding te remmen.
Wat houdt de therapie in?
Een (adjuvante) hormonale behandeling duurt tussen de 5 en 10 jaar. U slikt dan eenmaal daags 1 tablet. Bij uitgezaaide ziekte gaat de hormonale therapie door zolang de ziekte hiermee onder controle blijft. Hormonale therapie is geschikt tot op zeer hoge leeftijd.
Meer informatie over hormonale therapie krijgt u van uw behandelaar en kunt u ook vinden op de site van de Borstkanker Vereniging Nederland.
De Oncotype DX test analyseert de eigenschappen van uw tumor, de test kan bijvoorbeeld bepalen hoe agressief de kanker is. Eigenschappen van de tumor zijn belangrijk voor de therapie keuze.
Deze test kan u en uw arts helpen om de vraag te beantwoorden of u wel of geen baat heeft bij chemotherapie (naast de hormoontherapie). Uw arts bespreekt met u of u in aanmerking komt voor deze test.
Niet altijd is genezing het doel van de behandeling. Soms is dit niet meer mogelijk, bijvoorbeeld als er sprake is van uitzaaiingen. Dan krijgt u een behandeling om de klachten zoveel mogelijk te verminderen en de ziekte te remmen. Dit heet een palliatieve behandeling. De kwaliteit van leven en zorgen voor een goede afronding van het leven staat hierin centraal.
Aanvullende zorg bestaat uit behandeling door gespecialiseerde hulpverleners op het gebied van voeding, bewegen en mentaal welzijn. Deze zorg kan aangeboden worden tijdens alle fasen van het ziekteproces.
Lees hier meer over de mogelijkheden die er zijn binnen Zuyderland om u te ondersteunen>
Ook buiten het ziekenhuis zijn verschillende zorgverleners die u extra kunnen begeleiden, denk hierbij aan uw huisarts, patiëntenverenigingen en Toon Hermans Huizen.
Na de behandeling blijft u onder controle bij de medisch specialist of verpleegkundig specialist. Deze nacontroles zijn nodig om te kijken of de ziekte is teruggekomen en of misschien een nieuwe tumor in de borst ontstaat.
Voor onderzoek naar een nieuwe of teruggekeerde tumor is een jaarlijkse mammografie voldoende. Dit geldt ook voor onderzoek naar een tumor in de andere, gezonde borst. Elk ander (bloed)onderzoek vindt alleen plaats als daar reden voor is, bijvoorbeeld bij bepaalde aanhoudende klachten of bij afwijkingen bij lichamelijk onderzoek.
De frequentie van nazorgcontroles neemt na verloop van tijd af. Dat gebeurt in overleg met u. Als de nacontrole stopt, verwijzen wij u (terug) naar het bevolkingsonderzoek.
U krijgt dan voortaan elke twee jaar een oproep voor mammografie. Als u borstsparend bent geopereerd, adviseren wij om de mammografie elke twee jaar via de huisarts te laten aanvragen in het ziekenhuis waar tijdens de nacontrole de mammografieën zijn gemaakt.
Klachten waar u zelf op moet letten
Neem contact op met uw huisarts of behandelaar in het ziekenhuis als klachten zoals pijn of kortademigheid erger worden en langer dan 3 weken duren. Uit onderzoek kan blijken dat de klachten niets met borstkanker te maken hebben. Neem eveneens contact op als u verandering bemerkt in de geopereerde borst, in het litteken van een amputatie of in de andere borst.
Fysiotherapie, waar kan ik terecht?
U bent verwezen door uw behandelend arts/verpleegkundige.
Op onderstaande websites vindt u adressen waar u een fysiotherapie adres kunt vinden bij u in de buurt.
- Samenwerkingsverband van oncologiefysiotherapeuten Limburg
- Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie binnen de Lymfologie en Oncologie
Leveranciers borstprotheses
U bent verwezen door uw behandelend arts/ verpleegkundige voor een borstprotheses? Bekijk hier het overzicht van de door Borstkanker Vereniging Nederland aanbevolen leveranciers in onze omgeving.
Verklarende woordenlijst borstkanker
Met de woordenlijst worden vaktermen van borstkanker zo goed mogelijk uitgelegd.