- Zuyderland
- Specialismen en afdelingen
- Oncologische Zorg
- Weer in balans met en na kanker
- Hoe vertel ik het mijn (klein)kinderen?
Hoe vertel ik het mijn (klein)kinderen?
Praten over kanker in het gezin
Als je als ouder de diagnose kanker krijgt, zakt de grond onder je voeten vandaan. In de praktijk zien we dat ouders vaak worstelen om hun kinderen op de hoogte te brengen van hun situatie. Enerzijds willen ze hun kind(eren) beschermen om hen zo lang mogelijk onbezorgd en kind te laten zijn, anderzijds willen ze open en eerlijk zijn.
Vragen die opkomen zijn: wat vertellen we ze wel en wat niet? En wanneer en hoe vertellen we het? En hoe moeten we reageren op hun vragen en wat te doen als de emoties toeslaan? Om deze vragen te beantwoorden hebben wij informatie ontwikkeld die u kunt gebruiken om het gesprek aan te gaan. Ook beschrijven wij tips per leeftijdsfase; van baby tot puber. De informatie is bedoeld voor ouders of verzorgers, maar ook grootouders met kanker en voor hun partners kunnen de informatie gebruiken.
Algemene tips
- Zoek een rustig moment uit om het uw kinderen te vertellen. Zorg ervoor dat u uw emoties op dat moment enigszins kunt hanteren. Zoek niet een moment uit waarin u juist heel emotioneel bent. Zorg ervoor dat er iemand bij u is die u kan ondersteunen en die de kinderen kent.
- Als u meerdere kinderen heeft, vertel het ze dan zo mogelijk tegelijk.
- Geef informatie gefaseerd, probeer niet te veel op de zaken vooruit te lopen.
- Geef informatie op het niveau van uw kinderen en controleer of ze het wel begrijpen.
- Probeer zo weinig mogelijk medische termen te gebruiken.
- Wees eerlijk over wat u aan uw kinderen vertelt, zo zorgt u ervoor dat uw kinderen u blijven vertrouwen en zo voorkomt u dat uw kind gaat fantaseren.
- Leg uit wat er de komende dagen en weken gaat gebeuren
- Bereid kinderen voor op wat er komen gaat, bijvoorbeeld als u kaal wordt van de behandeling of wanneer u naar het ziekenhuis gaat en er iemand anders om op hen te passen
- Herhaal in de komende dagen en weken de informatie nog eens. Zo landt het beter bij kinderen aangezien ze zien dat het klopt wat u vertelt.
- Gebruik het woord kanker. U voorkomt zo dat uw kind dit woord van andere mensen (of bijvoorbeeld op het schoolplein) hoort met een andere uitleg daarbij.
- Sommige kinderen zoeken informatie op internet. Vraag regelmatig wat ze op internet gevonden hebben en praat er samen over. Zo helpt u ze goede en slechte informatie te onderscheiden.
- Het kan ook heel zinvol zijn om een kind mee te nemen naar de behandelend arts, zodat het kind daar vragen kan stellen en zorgen kan uiten
- Maak duidelijk dat er niemand schuldig aan is dat u kanker heeft gekregen
- Leg uit dat kanker niet besmettelijk is, knuffelen is juist heel belangrijk!
- Zeg niet “maak maar een tekening dan wordt mama of papa wel beter”, maar legt uit dat uw kind niets kan doen om u beter te maken. Wel kan uw kind meehelpen om u “beter te laten voelen”.
- Volg uw eigen gevoel als ouder; wat past er bij uw kind en wat sluit goed aan bij zijn of haar ontwikkelingsniveau
- Neem uw kind en zijn of haar gevoelens serieus. Praat erover en laat uw kind vragen stellen. Ook al weet u niet alle antwoorden, op deze manier komt u er wel achter wat er in uw kind omgaat.
- Houd uw eigen emoties niet verborgen voor uw kind, uw kind leert dat het tonen van emoties mag
- Iedereen reageert anders, kinderen kunnen dus ook heel verschillend reageren. Het ene kind zal in huilen uitbarsten, het andere kind zal stilvallen en weer een ander zal misschien wel weglopen naar zijn of haar kamer
- Ook kan het zijn dat uw kind rekening houdt met uw gevoelens, waardoor hij of zij het moeilijk vindt om er met u over te praten. Als u dat merkt, bespreek dit dan met het kind en kijk of er een vertrouwd persoon zoals een opa, oma, ander familielid of goede vriend of vriendin in de buurt is met wie het dan wel kan praten.
Tip: het hoeft niet altijd zwaar en bespreekbaar te zijn. Ontspanning en leuke dingen samendoen, is ook heel belangrijk. Een arm om je schouder, een extra knuffel, samen een spel doen of lachen.
Hoe leg je bepaalde dingen uit?
Reactie van een kind: “hoe kan het dat zo’n zak met water papa beter maakt, ik zie er namelijk niets inzitten?”
Reactie van de ouder: “Toch zit er een heel speciaal stofje in die zak met water en zegt de arts dat dat stofje de zieke cellen opspoort en hier als een magneet aan blijft kleven. Hierdoor herkent het lichaam de zieke cellen en voert deze af.”
Reactie van het kind: “Wow, superknap!”
Algemene informatie kunt u vinden in:
- Als kanker je gezin treft: tips om kinderen te ondersteunen. – Leoniek van der Maarel
- Kanker….en hoe moet het nu met mijn kinderen. – KWF informatiefolder.
Tips per leeftijdsfase
Zelfs een baby voelt tijdens een proces van ziek zijn dat dingen anders zijn dan anders. De vaste structuur kan in het gedrang komen, de verzorger gedraagt zich anders en wordt soms tijdelijk vervangen door iemand anders. De baby kan daardoor onrustig worden, vaker huilen slechter slapen en moeite krijgen met eten of vaker spugen.
- Probeer zoveel mogelijk de structuur te behouden die uw baby gewend is.
- Zorg voor een vaste vervanger of oppas als dat nodig is.
- Bespreek met deze oppas ook wat u aan uw kind vertelt en hoe. Een duidelijk en consequent verhaal naar uw kind toe biedt veiligheid.
- Zorg voor zoveel mogelijk lichamelijk contact: vasthouden, knuffelen, wiegen en praat zachtjes met uw baby. Als u uw baby kunt niet kunt vasthouden bijvoorbeeld vanwege een operatie, leg uw baby dan naast u in bed zodat er toch contact mogelijk is.
Als de structuur van de dag verandert, kan uw kind daar last van hebben. Kinderen krijgen soms minder aandacht en er is minder tijd om met ze te spelen. Uw kind kan heel boos worden als hij of zij de zin niet krijgt. Kinderen zijn gevoelig voor stemmingen van de ouders en denken soms dat hun verdriet, bezorgdheid en angst hun schuld is.Als een kind gespannen of gefrustreerd is, kan het terugvallen in gedrag van toen het jonger was. Het kind gaat bijvoorbeeld weer in bed plassen terwijl het al zindelijk was, of gaat weer duimzuigen.
Sommige kinderen slapen slechter, worden stil of juist erg actief of vragen aandacht door opvallend of vervelend gedrag.
- Probeer zoveel mogelijk de vaste (dag) structuur te behouden
- Zorg voor een vaste vervanger of oppas als dat nodig is.
- Bespreek met deze oppas ook wat u aan uw kind vertelt. Een duidelijk en consequent verhaal naar uw kind biedt duidelijk en daardoor veiligheid.
- Probeer vast te houden aan uw manier van opvoeden. Ga uw kind niet extra verwennen en verander niet steeds de regels. Juist nu hebben kinderen behoefte aan duidelijkheid.
- Geef uw kinderen de gelegenheid om hun gevoelens te uiten in bijvoorbeeld hun spel of in een tekening
- Kinderen kunnen ineens heel emotioneel reageren op iets wat onbenullig lijkt, bijvoorbeeld als er iets stuk gaat. Geef ruimte voor deze emotie; het kan een uiting zijn van onderliggende verdriet.
- Lees met uw kind een boekje over kanker, dat aansluit bij de leeftijd van uw kind. Uw kind kan uw gedrag dan beter begrijpen en weten dat het niet zijn of haar schuld is.
- Uw uiterlijk kan door behandeling veranderen (borstamputatie of kaalheid). Uw kind kan hier moeite mee hebben. Maak het bespreekbaar en maak uw kind duidelijk dat u en of uw partner nog steeds dezelfde vader of moeder blijven.
- Houd er rekening mee dat op deze leeftijd fantasie en werkelijkheid door elkaar heen lopen. Gebruik dus niet te veel beeldspraak, want dan kunnen er heel verkeerde ideeën bij het kind ontstaan.
Nuttige informatiebronnen (peuter- en kleuterleeftijd)
Websites
Brochures en boeken
- Mama heeft kanker (vanaf 2 jaar) – Sine van Mol en Ann de Bode
- De longkanker van opa Ties (vanaf 3 jaar) – A. de Christal
- Mama’ s borst is ziek (3 tot 6 jaar) – Hanneke de jager
- Mama heeft bloot haar (3 tot 8 jaar) – H. Karthaus
- Radio-Robbie en zijn gevecht tegen de slechte kankercellen (vanaf 4 jaar) – Naafs Wilstra
- Grote boom is ziek (vanaf 4 jaar) – Nathalie Slosse
- Toverdruppels (vanaf 4 jaar) – Nathalie Slosse
- Joost en het gemene spookje (4 tot 8 jaar)
- De tuin van Jonas (4 tot 12 jaar) – Brigitte Mercier-Schuermans. Uitgave: Stichting tegen kanker
- Doeboek voor ouders en kinderen (vanaf 5 jaar) – Wendy Bassant en Peter Swart
- Het hart van mama (van 5 tot 8 jaar) – Pascale de snijder
Kinderen in deze leeftijd begrijpen al beter wat er aan de hand is en waarom de dagelijkse structuur verandert. Zij zijn soms meer dan voorheen geïnteresseerd in de feiten. Zij kunnen zich juist erg verantwoordelijk voelen, kunnen hulpvaardig gedrag, vertonen, kunnen vroegwijs worden en serieus voor hun leeftijd.
Het kan ook zijn dat uw kind helemaal niet reageert, er niet over wil praten of vlucht als het woord kanker toch sprake komt. Soms willen kinderen hun gevoelens niet laten zien. De zieke ouder heeft immers al genoeg aan zichzelf.
Het kan ook voorkomen dat kinderen angstig en verdrietig zijn zonder dat de ouder dit opmerkt. Op school kunnen ze soms wel ander gedrag vertonen of minder goed presteren. Ze kunnen zich ook zorgen maken over hun eigen gezondheid en toekomst.
- De vaste structuur van eten, spelen, slapen, school en huiswerk maken blijft belangrijk, probeer dit zoveel mogelijk te behouden.
- Proberen vast te houden aan uw manier van opvoeden, ga uw kind niet extra verwennen of steeds regels veranderen. Juist nu hebben kinderen behoefte aan duidelijkheid.
- Geef ruimte voor het uiten van verdriet en angsten van uw kind. Laat bij momenten ook zien dat u zelf ook wel eens verdrietig of bang bent, zonder uw kind overspoelen met uw emoties. Sommige kinderen vinden het fijn om te schrijven of tekenen over wat hen is overkomen, anderen laten het terugkomen in hun spel of gebruiken muziek of sport als uitlaatklep.
- Geef duidelijke informatie over uw ziekte en over de behandeling en geef veranderingen in de situatie aan. Bijvoorbeeld als uw uiterlijk veranderd of u ziek bent van de behandeling. Er zijn diverse boekjes en internetsites ter ondersteuning.
- Neem uw kind af en toe mee naar het ziekenhuis voor een controle of behandeling, tenzij uw kind dit echt niet wil. Bereid uw kind voor op wat het daar kan verwachten, bijvoorbeeld andere zieke mensen of het infuus tijdens de behandeling. Geef aan dat ze vragen mogen stellen aan de dokter of de verpleegkundige.
- Licht de school en de leerkracht in. Dan zijn zij op de hoogte dat het gedrag van uw kind kan veranderen, zodat zij kunnen zorgen voor aandacht en begeleiding. Onderzoek welke onderwerpen voor u kind gevoelig kunnen liggen, bespreek wat hij of zij op school wil vertellen en aan vraag aan hem of haar wat hij of zij zelf zou willen vertellen. Houd tijdens het gehele proces regelmatig contact met de school.
Nuttige informatiebronnen (schoolleeftijd)
Websites
Brochures en boeken
- De tuin van Jonas (4 tot 12 jaar) – Brigitte Mercier -Schuermans. Uitgave: Stichting tegen kanker
- Mama heeft bloot haar (3 tot 8 jaar) – H. Karthaus
- Joost en het gemene spookje (4 tot 8 jaar)
- Doeboek voor ouders en kinderen (van 5 tot 8 jaar) – Wendy Bassant aan Peter Swart
- Het hart van mama (5 tot 8 jaar) – Pascalle de snijder
- Knkrwrnbk Woordenboek voor kinderen met een vader of moeder met kanker (6 tot 12 jaar) – Nel Kleverlaan
- Mama heeft een knobbeltje (vanaf 10 jaar) – Pieke Stuvel
- Gewoon pech (vanaf 11 jaar) – Esther Smid
- Het grote klokhuisboek (9 tot 12 jaar) – Fiona Rempt
- Twee tieten in een envelop (vanaf 10 jaar) – Wim Daniels
- Ik ben Jack! Jack leert over kanker (basisschoolleeftijd) – Danielle van Caspel en Angélique van Staveren
DvD’s
- Storm (6 tot 9 jaar)
- Verdriet door je hoofd (geeft een kijkje in de wereld van kinderen 6 tot 16 jaar met een vader of moeder met kanker)
- De praatstoel (9 tot 12 jaar)
De communicatie met pubers kan lastig zijn. De invloed van de wereld buiten het gezin, vooral van leeftijdsgenoten, wordt steeds groter. Pubers maken zich los van het gezin. Wanneer een van de ouders kanker heeft, kan dit proces echter verstoord worden omdat zij zich verantwoordelijk gaan voelen voor het gezin of schuldig voelen over hun behoefte meer tijd met vrienden te willen doorbrengen. Sommigen willen thuis de rol van de zieke ouder op zich nemen. Ze vinden school minder belangrijk, kunnen gaan spijbelen of halen slechte resultaten. Soms isoleren ze zich van hun omgeving, vrienden en familie. Hun zelfvertrouwen wordt op de proef gesteld. Ze kunnen soms onverschillig overkomen, maar zijn dat in wezen niet. Ze kunnen boos en gefrustreerd zijn of bang zijn dat ze ook kanker krijgen.
- Probeer het dagelijks ritme van eten, huiswerk maken, sporten, op tijd naar bed gaan in huis te handhaven. Ga regels niet drastisch veranderen.
- Geef als dat nodig is, of wanneer uw kind dat wil, kleine taken in het huishouden, zoals stofzuigen, grasmaaien of de was doen. Zorg ervoor dat u niet uw hele huishouden overdraagt aan het kind. Het is belangrijk dat het eigen leven van uw kind doorgaat.
- Geef eerlijke en duidelijke informatie over kanker en ga vragen en discussies niet uit de weg. Als de puber eigenlijk niet wil praten, zeg dan dat u dat respecteert maar geef als het nodig is toch de informatie aan uw kind. Op een ander moment wil hij of zij wel misschien met u of met een vertrouwd persoon praten.
- Pubers zijn soms erg op hun uiterlijk gericht en kunnen zich bijvoorbeeld tegenover hun vrienden schamen voor uw veranderde uiterlijk. Maak dit bespreekbaar en bepaal samen wat acceptabel is tijdens aanwezigheid van vrienden.
- Als uw kind moeite heeft met zijn of haar gevoelens te uiten, stimuleer dan contact met iemand die dicht bij uw kind staat en waarbij het kind zich veilig voelt. Soms helpt het om gevoelens op te schrijven in bijvoorbeeld een dagboek, maar er zijn ook andere uitlaatkleppen zoals sporten of muziek luisteren of maken.
- De meeste kinderen in deze leeftijdscategorie zoeken informatie op internet. Vraag uw kind of hij of zij dat ook gedaan heeft en wat hij of zij zoal gelezen heeft. Er zijn ook boeken en DVD’s verkrijgbaar voor deze leeftijdsfase die heel geschikt zijn.
- Neem uw kind af en toe mee naar het ziekenhuis voor controle of behandeling, tenzij uw kind het echt niet wil. Breid uw kind voorop wat daar kan vooraf wachten, bijvoorbeeld andere zieke mensen of het infuus tijdens de behandeling. Geef aan dat ze vragen mogen stellen aan de dokter of de verpleegkundige.
- Licht de school in maar doe dat wel in samenspraak met uw kind. Een mentor kan veranderd gedrag in de gaten houden en hulp of eventueel begeleiding regelen, misschien wil uw kind een werkstuk maken of een presentatie houden over kanker. Stimuleer hem of haar daarin, maar laat de keuze aan uw kind.
Nuttige informatiebronnen
websites
- kankerspoken.nl
- langsdezijlijn.com
- kanker.nl
- hetklokhuis.nl/algemeen/over kanker
- Headspace laagdrempelige psychische hulp voor jongeren
Brochures en boeken
- Mama heeft een knobbeltje (vanaf 10 jaar) – Pieke Stuvel
- Twee tieten in een envelop (vanaf 10 jaar) – Wim Daniels
- Gewoon pech (vanaf 11 jaar) – Esther Smid
- Ben effe weg (van 12 tot 16 jaar) – Irene Jansen
DVD’s
- Verdriet door je hoofd – De documentaire geeft een kijkje in de wereld van kinderen 6 tot 16 jaar met een vader of moeder met kanker
- Halte kanker – Anthony, Annemiek, Ellen, Justen, Debbie, Jim en Lisette, 13 tot 19 jaar, vertellen niet alleen hun verhaal, maar geven ook tips en informatie. Voor jongeren van 12 tot 19 jaar die een vader of moeder hebben met kanker is de dvd gratis.
Hoe vertel ik het op school?
Bespreek met uw kind en de leerkracht wat de klas mag weten, wie dit gaat bespreken; het kind zelf, u of misschien wel samen en hoe jullie dit gaan bespreken. Het kind is hierin bepalend. Natuurlijk is het wel belangrijk dat de klas op de hoogte is, het kind brengt immers veel tijd door op school. Hieronder weer een aantal nuttige tips en informatiebronnen waar jullie samen gebruik van kunnen maken.
Tips:
- Zorg ervoor dat er een contactpersoon is vanuit school, bijvoorbeeld een schoolmaatschappelijk werk en intern begeleider of mentor.
- Maak afspraken over wie, welk nieuws vertelt.
- Betrokkenheid vanuit school is fijn, maar attendeer de leerkrachten erop om goed te kijken of het kind op dat moment geconfronteerd wil worden met de ziekte. School is een veilige plek, waar het kind zichzelf kan zijn. Let dus op de signalen en hoe hij of zij reageert als de leerkracht erover begint. Kinderen willen vaak dat op school alles hetzelfde blijft.
- Maak afspraken over bijvoorbeeld moeder of vaderdag. Hoe wil het kind dat ermee wordt omgegaan op school?
- Het kind kan een spreekbeurt maken over kanker, uiteraard alleen als het kind (en de ouder) dit zelf wil.
- Als de ouder binnenkort zal overlijden aan de ziekte, is het van belang om de klas hier op voor te bereiden. Bespreek samen met de contactpersoon vanuit school wat het kind en de ouders prettig vinden.
- Ook na het overlijden is het belangrijk om hierover in gesprek te blijven met school en in samenspraak met het kind.
Nuttige informatiebronnen voor in de klas:
- met kinderen over kanker praten in de klas
- het klokhuis – informatie over kanker
- boek: grote woorden bij kanker – Cindy Hulst
Als genezing niet meer mogelijk is
Tips voor ouders en verzorgers
Hoewel het een normale reactie is om weerstand te voelen om uw kind te vertellen dat u doodgaat, is dit juist wel heel belangrijk. Het is moeilijk om een termijn aan kinderen te geven. Hoe leg je bijvoorbeeld uit dat de arts heeft gezegd dat je nog maar één tot twee jaar te leven hebt? U kunt tegen uw kind zeggen dat u dood zult gaan aan deze ziekte, maar dat niet bekend is wanneer. Bespreek met uw kind dat u hem op de hoogte zult houden. Bijvoorbeeld wanneer de behandeling die eerst gericht was op leven, overgaat naar een behandeling gericht op kwaliteit van leven en comfort.
- Een peuter of kleuter kent het verschil tussen dood en levend, maar beseft niet dat het iets definitiefs is
- Kinderen in de leeftijd van 6 tot 9 jaar kunnen dat wel begrijpen, maar realiseren zich soms niet dat het iedereen kan overkomen “ de dood is iets voor oude mensen” . Veel kinderen in deze leeftijd gebruiken spel als manier van uiting
- Vanaf 10 jaar begrijpen kinderen dat het verlies van een ouder onomkeerbaar is
- Kinderen rouwen vaak in delen. Het ene moment vragen ze van alles en het andere moment zijn ze druk aan het spelen. Dit betekent ook dat ze meestal niet lang achter elkaar verdrietig zijn, althans niet zichtbaar, maar dat komt en gaat. Het is belangrijk om als ouder hierin mee te bewegen en het kind niet te stimuleren om het gesprek over verlies of verdriet voort te zetten
- Als een ouder gestrest is laat een kind dat bijvoorbeeld zien in zijn gedrag door heel druk te doen. Het kan soms helpen om hier woorden aan te geven. Baby’s verstaan de woorden niet letterlijk, maar wel de intentie en het gevoel dat erachter zit.
Een reactie kan zijn: “Mama voelt zich onrustig. Dat is mijn gevoel, niet van jou. Laat het maar bij mama“.
Dit werkt op 3 manieren:
- U geeft als ouder erkenning aan uw eigen gevoel; dat geeft soms al meer rust.
- Dat wat u uitstraalt (de onrust) naar uw kind en dat wat u uitlegt, klopt met elkaar. Een ouder die van binnen verdrietig is en van buiten een ‘big smile’ laat zien, is heel verwarrend voor een kind. Het gaat twijfelen aan zichzelf en wat het voelt.
- Door aan te geven dat uw gevoel is, belast u uw kind er minder mee
Waarom is het belangrijk om te vertellen over dood gaan?
- Het zorgt ervoor dat uw kind de tijd krijgt om te wennen aan het idee en om bewust afscheid te nemen
- Het geeft uw kind de kans om te praten over doodgaan
- Praten met uw kind over wat voor hem of haar belangrijk is om met u te doen in de resterende tijd
- Er kan gepraat worden over zorgen die het kind heeft. Maak duidelijk dat er altijd voor het kind gezorgd zal worden, wat er ook gebeurt.
- Kinderen kunnen het er later heel moeilijk mee hebben als het niet eerlijk wordt verteld.
Het is voor kinderen heel waardevol om iets tastbaars te krijgen van een zieke vader of moeder als herinnering voor later. Denk hierbij aan foto’s, een video, tekeningen, brieven of een dagboek.
- Betrek schoolmaatschappelijk werk erbij, zodat zij dezelfde informatie hebben en ook vragen van de kinderen kunnen beantwoorden
- Het is belangrijk om de informatie die u geeft te herhalen
- Probeer niet langer om het dagelijks leven zo normaal mogelijk te laten verlopen, maar geef de voorkeur aan het samenzijn als gezin, binnen de energiegrenzen en emotionele grenzen. School, sport, afspreken met vriendjes, dat komt allemaal wel weer, maar in deze tijd staat samen zijn voorop. Natuurlijk is het fijn als sommige dingen gewoon doorlopen, maar zodra het belangrijk is dat jullie samen zijn, heeft dat voorrang.
- Beperk wie er allemaal op bezoek mogen komen. Er zullen altijd mensen zijn die beledigd zijn als je hem of haar niet meer toelaat of die meer willen helpen dan voor jullie prettig is. Jullie staan centraal, niet de gevoelens van deze mensen
- Leg uit wat een begrafenis is. Bij een begrafenis laat men de kist met de overledene in het graf zakken. Het graf is een gat in de grond dat van tevoren wordt opgemeten en gegraven. Nadat de kist in de grond is gezakt en het graf gevuld is met zand, kan er een grafsteen op geplaatst worden. Hier staat vaak de naam, geboorte en sterfdatum op en soms staat er een mooie tekst bij.
- Leg uit wat cremeren is. Bij een crematie gaat de kist met de overledene en een oven. Deze oven is heel heet en daardoor verandert de kist en het lichaam in as. Sommige mensen vinden het fijn de as uit te strooien op een bijzondere plek. Andere mensen willen de as bewaren in een urn of iets moois van de as laten maken. Een urn is een mooie pot die afgesloten kan worden.
Euthanasie
In sommige gevallen moet u niet alleen aan uw kinderen vertellen dat u doodgaat, maar ook dat dit door euthanasie gaat gebeuren. Het is belangrijk om de kinderen hier goed op voor te bereiden. Bepaal zelf als ouders of jullie kind bij de euthanasie kan zijn.
Tips bij het bespreken van euthanasie
- Leg eerlijk uit aan de kinderen wat er gaat gebeuren. Zorg dat de leerkracht dezelfde informatie heeft, zodat hij of zij vragen van jullie kinderen ook kan beantwoorden en het verhaal consequent hetzelfde is. Het kan fijn zijn als de huisarts later nog eens uitlegt aan de kinderen hoe het gaat gebeuren.
- Wees zo concreet mogelijk, benoem het zoals het is
- Vermijd woorden als slapen of spuitje om te voorkomen dat de kinderen in de toekomst bang worden hiervoor en zich afvragen of slapengaan of een inenting krijgen wel veilig is.
- Zorg ervoor dat er iemand in huis is die zelf wat minder betrokken is en met de kinderen kan weggaan. Meestal is dat een persoon per kind, zodat elk kind een eigen koers kan varen
- Zijn de kinderen niet aanwezig bij het moment van euthanasie, laat degene bij wie de kinderen zijn op het moment van de euthanasie procedure niet iets overdreven leuks gaan doen als afleiding, maar de normale dingen De kinderen voelen toch wel dat er iets gaande is en kunnen zich later alleen maar schuldig voelen als ze horen dat juist toen papa of mama is overleden
- Betrek de huisarts in de uitleg aan de kinderen en bespreek dit eerst voor met de huisarts. De arts die het gaat uitvoeren moet er ook achter staan en er mee kunnen omgaan.
Rouw en verlies bij kinderen
Net als volwassenen ervaren kinderen veel verschillende emoties bij het verlies van een dierbare. Ieder kind rouwt op zijn eigen manier. Dit hangt ook samen met de leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind. Op de website van psychogoed leest u meer over rouw en verlies bij kinderen per leeftijdsfase.
Ook hierbij geldt weer: wees concreet en duidelijk naar het kind. Kinderen zijn niet in staat om lange tijd achter elkaar met verdriet bezig te zijn. Ze schakelen als het ware uit en gaan iets anders doen.
De meeste kinderen zijn in staat om ondanks hun bezorgdheid en verdriet toch weer terug te keren naar het normale dagelijkse leven. Ze gaan gewoon naar school, willen afspreken met vrienden en blijven hun hobby s uitvoeren. Als u toch bezorgd bent of het gedrag van uw kind nog wel een normale reactie is, dan zijn dit de symptomen om op te letten:
- buikpijn
- hoofdpijn
- slecht slapen
- nachtmerries
- woede uitbarstingen
- bedplassen
- terugval in ontwikkeling of schoolprestaties
- teruggetrokken gedrag
- somberheid
Wanneer u zich zorgen maakt over (veranderingen bij) uw kind, dan kunt u een gesprek met uw huisarts of via u specialist met het maatschappelijk werk van Psycho Oncologische Centrum Zuyderland (Aesclepios).
Nuttige informatiebronnen
Websites
Algemene informatie
- als genezing niet meer mogelijk is: www.kanker.nl
- psycho-sociale ondersteuning bij kanker: www.ipso.nl
Overlijden en rouw
- kindenrouw.nl
- https://www.in-de-wolken.nl/
- https://www.detroostboom.nl/
- https:psychogoed.nl/rouw-en-verlies-bij-kinderen-rouwreacties-en-rouwverwerking
- https://gezondidee.mumc.nl/rouw-verwerken-binnen-je-gezin
Boeken
- Misschien is doodgaan wel hetzelfde als een vlinder worden – Pimm van Hest en Lisa Brandenburg
- Derk das blijft altijd bij ons (4 tot 6 jaar) –Susan Varley
- Ik krijg tranen in mijn ogen als ik aan je denk (6 tot 11 jaar) -Ineke van Essen
- Als iemand doodgaat (8 tot 12 jaar) – Riet Fieddelaers – Jaspers
- Mijn troostende ik: kwetsbaarheid en kracht van rouwende jongeren (12 tot 20 jaar) – Riet Fiddelaers
- Naar het crematorium – Mark Hammer – uitleg over crematie
Deze informatie is met toestemming overgenomen van het Oncologiecentrum van het MUMC.
Geraadpleegde informatiebronnen:
Deze informatie is tot stand gekomen met behulp van verschillende zorgprofessionals, patiënten, reeds bestaande informatie en wetenschappelijke literatuur