Huid op huidcontact: de baby moet tijd krijgen om bij te komen van de geboorte, ongestoord, bloot tegen moeders huid, afgedroogd en warm toegedekt. Rust is nodig als moeder, vader en baby elkaar voor het eerst ontmoeten. De pasgeboren baby zal na een poosje de oogjes open doen, kijken en bewegen, kruipen, even rusten, de borst ontdekken, zoeken, happen en tenslotte zuigen en in slaap vallen. Geef dit proces alle ruimte.
Advies:
- Aanleggen binnen één uur na de geboorte, huid-op-huid en ongestoord. Dit contact dient bij voorkeur minimaal 1 uur te duren, of zo lang moeder dit wenst (afhankelijk van toestand moeder en kind).
- Als het voor de moeder niet mogelijk is om direct na de bevalling het kind bloot bij zich te hebben kan ook de vader deze rol overnemen.
- De moeder legt zelf de baby aan (niet de hulpverlener); de moeder wordt begeleid bij het aanleggen.
- Let op de vroege hongersignalen: het maken van zuig-smakbewegingen met het mondje, het draaien van het hoofdje naar de borst (zoekgedrag) of sabbelen op een handje.
De zuigreflex van de baby is direct na de bevalling het sterkst, en het bevordert het op gang komen van de borstvoeding. Het zuigen van de baby aan de borst zorgt voor het snel kleiner worden van de baarmoeder en verkleint de kans op nabloedingen.
Moeder en kind blijven, zeker de eerste dagen, zoveel mogelijk bij elkaar. Dit is belangrijk voor het stimuleren van de borstvoeding en voor de moeder- en kindrelatie en geldt zowel voor de ziekenhuis- als de thuissituatie. Hierbij is zoveel mogelijk huidcontact aan te bevelen.