MS Onderzoek
De patiënt en het ziektebeloop
Met onze onderzoeken streven we ernaar om het ziekteproces beter te begrijpen om zo het stellen van de diagnose van multiple sclerose te verbeteren. Maar ook om meer inzicht te krijgen in de verschillende fases van het ziektebeeld met als doel een patiënt uiteindelijk beter te kunnen behandelen en begeleiden.
We doen daarvoor onderzoek naar (combinaties van) verschillende biomarkers en zetten dit af tegen het klinische en/of radiologische beloop. We kijken daarbij naar biomarkers in onder andere bloed en hersenvocht maar ook naar (nieuwe) radiologische markers. Tevens streven we ernaar het klinische beloop nauwkeuriger in beeld te krijgen.
De patiënt en behandeling
Bij onze onderzoeken ligt de focus op tijdig de juiste zorg voor de individuele patiënt, het beter kunnen aanbieden van op maat gemaakte behandelplannen in ieder MS-subtype. Een belangrijk deel van de onderzoeken betreft onderzoek in relatie tot medicatie om zo therapeutische opties te vergroten en behandelingen te verbeteren.
Aan het Academisch MS Centrum Zuyd is een MS-profileringshoogleraarschap verbonden (thans prof. dr. R. Hupperts) hetgeen gekoppeld is aan de ‘School for Mental Health and Neuroscience’ (MHeNs) van de universiteit van Maastricht. Hoofdonderzoeker MS Research is dr. O. Gerlach en plaatsvervangend hoofdonderzoeker MS Research is dr. S. Knippenberg.
Vanuit het Academisch MS Centrum Zuyd werken wij samen met onderzoeksgroepen van verschillende afdelingen van het Maastricht UMC+ en van de Universiteit Hasselt. Iedere instelling en onderzoeksgroep heeft zijn eigen expertise/aandachtsgebieden waardoor bundeling van kennis leidt tot supra regionale MS gerelateerde samenwerkingsprojecten.
Ook nemen wij deel aan MS-onderzoek vanuit andere (universitaire) ziekenhuizen in Nederland en aan internationale, veelal medicatie gerelateerde, studies.
Onderzoeksbevindingen worden gepubliceerd in vaktijdschriften en gecommuniceerd op wetenschappelijke bijeenkomsten, met als doel de vooruitgang in kennis van MS te vergroten en natuurlijk een verbetering in de behandeling van MS-patiënten te bewerkstelligen.
Het kan zijn dat uw arts u vraagt om aan een wetenschappelijk onderzoek deel te nemen. Deelname is geheel vrijwillig en vanzelfsprekend krijgt u eerst uitgebreide informatie hierover. Indien u graag mee wenst te doen aan wetenschappelijk onderzoek of u wilt weten wat de mogelijkheden voor u zijn voor deelname aan wetenschappelijk onderzoek binnen het Academisch MS Centrum Zuyd kunt u contact opnemen met uw neuroloog of het research team.
Onderzoeken
Er worden diverse wetenschappelijke onderzoeken gedaan onder leiding van prof. dr. Hupperts, dr. Gerlach en dr. Knippenberg door verscheidene PhD kandidaten.
Niet alleen het brein, maar alle onderdelen van het centrale zenuwstelsel kunnen betrokken raken bij MS, waaronder het ruggenmerg. We weten nog maar weinig van het effect van MS medicatie op letsels in het ruggenmerg. Daarnaast is het ruggenmerg door zijn smalle diameter, vergeleken met het brein, een structuur die moeilijker in beeld te brengen is met de MRI.
Hiermee zijn we waarschijnlijk momenteel nog niet in staat alle letsels in het ruggenmerg zichtbaar te maken. Ons onderzoek heeft tot doel inzicht te krijgen in het effect van verschillende medicatie op ziekteactiviteit in het ruggenmerg en het verkennen van geavanceerde MRI-technieken voor het in de toekomst verbeteren van beeldvorming van het ruggenmerg.
Patiënten met multiple sclerose ontwikkelen naast karakteristieke letsels in het brein, ook in een groot deel van de gevallen letsels in het ruggenmerg. Deze letsels kunnen voor klachten zorgen, maar ook soms zonder klachten voorkomen. Omdat het ruggenmerg een lastig af te beelden structuur is, volgen we deze letsels niet standaard bij alle patiënten op wanneer zij geen klachten hebben.
We onderzoeken de invloed van deze ruggenmergletsels op ziekteprogressie. Daarnaast onderzoeken we of het systematisch opvolgen van het ruggenmerg bij patiënten met MS, ook zonder dat zij klachten hebben die bij letsels van het ruggenmerg passen, nuttig is in het kader van gepersonaliseerde follow-up en behandeling van patiënten met multiple sclerose.
We onderzoeken, samen met Maastricht University en Universiteit Hasselt, de invloed van het bepaalde cellen van het immuunsysteem, meer specifiek de regulerende T-cellen, op progressieve multiple sclerose en de rol daarvan bij herstel en regeneratie. We richten ons daarbij op de epigenetische imprenting van de regulerende T-cellen tijdens het ziektebeloop. We onderzoeken of bij multiple sclerose de epigenetische inprenting van regulerende T-cellen tijdens het ziekteverloop verandert, waardoor de regulerende T-cel functie afneemt.
De zenuwen in het menselijk lichaam bevatten een vetachtige stof, genaamd myeline, om informatie sneller door te kunnen geven. Wanneer de myeline wordt aangetast, zoals bij patiënten met multiple sclerose, wordt de informatieoverdracht slechter. We onderzoeken samen met Maastricht University, Technische Universiteit Eindhoven en Philips verbeterde myeline beeldvorming en de voorspellende waarde daarvan op progressie bij MS.
Het grootste deel van de patiënten met MS krijgt uiteindelijk te maken met plasklachten. Deze klachten kunnen ze een aanzienlijke impact hebben op de kwaliteit van leven. Voor mensen zonder MS met specifieke plasklachten is sacrale neuromodulatie al een mogelijke behandeling. Hierbij wordt een kleine stimulator, vergelijkbaar met een pacemaker, geplaatst die een bepaalde zenuw (de sacrale zenuw) stimuleert om de plasklachten te verminderen.
Er zijn aanwijzingen dat sacrale neuromodulatie ook effectief kan zijn bij MS-patiënten met specifieke plasklachten. Het MUMC+ zal in samenwerking met het Academisch MS Centrum Zuyd in het Zuyderland en verschillende andere ziekenhuizen in België en het Verenigd Koninkrijk de toepassing van deze therapie onderzoeken bij MS-patiënten. Dit onderzoek richt zich op het effect van sacrale neuromodulatie op specifieke plasklachten bij patiënten met MS.
Lopende onderzoeken waar patiënten aan (kunnen) deelnemen
De MRI-scan is een van de belangrijkste instrumenten in de diagnose van multiple sclerose en bij het vervolgen van het ziekteproces. De beschikbaarheid van steeds sterkere MRI-magneten (ultrahoge veldsterkte) maakt dat we scans met hoger niveau van detail kunnen maken. Anderzijds brengt het wel uitdagingen met zich mee met betrekking tot gevoeligheid voor storing door bijvoorbeeld beweging (incl. ademen en slikken). Het doel van het huidige onderzoek is om in meer detail de voordelen en nadelen van de MRI op ultrahoge veldsterkte in kaart te brengen, specifiek voor het in beeld brengen van MS-afwijkingen in de hersenen. We vergelijken daarvoor in deze studie 3 MRI scans van de hersenen met verschillende veldsterkte met elkaar: 3 Tesla, 7 Tesla en 9.4 Tesla.
Met het verder ontwikkelen van deze techniek, kan dit ons mogelijk in de toekomst in staat stellen om beter de diagnose te stellen en subtiele veranderingen in het verloop van de ziekte sneller te vangen.
Dit onderzoek is een samenwerking met Scannexus.
Het onderzoek is mogelijk gemaakt door financiering via Research- en Innovatiefonds Zuyderland en Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (Maastricht University)
Hersenen worden regelmatig met een MRI scan opgevolgd. Het ruggenmerg volgen we echter niet routinematig op met een MRI scan. Ruggenmergletsels zonder symptomen kunnen mogelijk wel consequenties hebben.
Met dit onderzoek willen we kijken hoe vaak er bij MS-patiënten ruggenmergletsels ontstaan zonder symptomen en hoe vaak deze voorkomen zonder dat er sprake is van ziekteactiviteit in de hersenen. Daarnaast kijken we naar voorspellende factoren voor het ontstaan van nieuwe letsels in het ruggenmerg. We doen dit zodat we kunnen achterhalen welke patiënten gebaat zijn bij aanvullend routinematig scannen van het ruggenmerg.
De studie zal worden uitgevoerd in 5 Nederlandse MS centra: Zuyderland Medisch Centrum, Erasmus MC en Jeroen Bosch Ziekenhuis, Rijnstate en Albert Schweitzer ziekenhuis. De start van de studie is gepland voor voorjaar 2024. Het onderzoek wordt financieel mogelijk gemaakt door het Nationaal MS Fonds
Zie ook de website van het Nationaal MS Fonds: Ruggenmerg MRI-monitoring bij MS (MSpine)
Myeline, een vettige substantie en essentieel onderdeel van de hersenen, versnelt het doorgeven van elektrische boodschappen in het zenuwstelsel. Veel hersen-gerelateerde aandoeningen hebben een afwijkend myelinegehalte, zo ook bij patiënten met multiple sclerose. Het is mogelijk om dit zichtbaar te maken met een MRI-scan. De huidige myeline MRI-scans zijn niet goed en snel genoeg om in de kliniek toe te passen. Onlangs is de kwantitatieve myeline-water imaging (MWI) techniek verbeterd door verkorting in scantijd met behoud van beeldkwaliteit.
Wij zullen onze verbeterde MWI-techniek toepassen bij patiënten met multiple sclerose. Deze specifieke scanmethode die zeer gevoelig is voor myeline zou nieuwe klinische mogelijkheden kunnen bieden voor verbeterde diagnose en behandeling.
Voor dit onderzoek zullen Relapse Remitting MS-patiënten MRI-scans ondergaan op baseline en bij follow-up na twee jaar. Het MRI-protocol omvat naast standaard structurele scans geavanceerde MWI. Ook worden patiënten klinisch vervolgd middels gestandaardiseerde testen. De start van de studie is gepland voor voorjaar 2024.
Het onderzoek is een samenwerking tussen Maastricht University, Technische Universiteit Eindhoven, Philips en Zuyderland Medisch Centrum.
Het onderzoek wordt financieel mogelijk gemaakt door BRAINS, een onderzoeksprogramma voor Publiek Private Samenwerking van Alzheimer Nederland, MS Research, EpilepsieNL en de Hersenstichting.
Multiple sclerose (MS) is een chronische, met ontstekingen gepaard gaande aandoening van het centrale zenuwstelsel waarbij myeline, de isolatielaag rond de zenuwvezels, in de hersenen wordt beschadigd. Het immuunsysteem speelt hierbij een grote rol. Ondanks intensief onderzoek is nog niet helemaal bekend hoe de chronische ontstekingsreactie ontstaat en verloopt. Het doel van de studie is om immuuncellen en parameters te identificeren die daarbij een rol spelen. Voor dit onderzoek wordt er wat extra hersenvocht en bloed afgenomen tijdens een reeds geplande afname van hersenvocht en bloed.
Het bestuderen van deze immuun cellen en immuun parameters in MS en andere neurologische aandoeningen kan een belangrijke bijdrage leveren aan de kennis over de onderliggende ziektemechanismen en het verbeteren van de huidige therapie.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Universiteit Hasselt in Hasselt (België).
De studie onderzoekt wat voor invloed het gebruik van het medicijn Cladribine heeft op de darmflora en het aantal schubs in de eerste jaren na de behandeling bij patiënten met actieve Relapsing Remitting Multiple Sclerose. Darmflora lijkt van belang te zijn voor ziekteactiviteit bij multiple sclerose. Darmflora is een verzamelnaam voor alle goede en slechte bacteriën die in uw darmen leven.
Het doel van dit onderzoek is uit te zoeken of we door het aantonen van bepaalde bacteriën in de darmflora vroegtijdig kunnen voorspellen of een MS-patiënt baat zal hebben bij de behandeling met Cladribine. Cladribine (Mavenclad ®) is al goedgekeurd voor de behandeling van MS en dit middel krijgt u in het kader van uw standaardbehandeling.
De BIA-studie is een landelijke multicenter studie.
De Noisy Rebels studie onderzoekt of rituximab even goed werkt als ocrelizumab in de behandeling van relapsing remitting MS. Beide medicijnen werken door de B-cellen in het bloed te verlagen maar rituximab is goedkoper dan ocrelizumab. Sommige landen geven rituximab al als eerste keus. Via deze studie wordt gekeken of er (kleine) verschillen zijn ten aanzien van effectiviteit en bijwerkingen tussen deze twee verschillende medicijnen.
De studie wordt gecoördineerd door MS Centrum Amsterdam op initiatief van de MS-werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie. De studie wordt gefinancierd door Stichting Treatmeds, een initiatief dat wordt ondersteund door de Nederlandse zorgverzekeraars.’
Deze studie onderzoekt of er bij patiënten die minimaal 5 jaar geen tekenen van ontsteking hebben vertoond terwijl zij zogenaamde “eerstelijns ziektemodulerende therapie” gebruikten, veilig met de behandeling gestopt kan worden. Het gaat bij die therapie om interferon (Rebif/Avonex/Betaferon/Pledigry), glatirameeracetaat (Copaxone), dimethylfumaraat (Tecfidera) of teriflunomide (Aubagio).
De DOT-MS studie is een landelijke multicenter studie.
Mensen met de diagnose relapsing remitting MS, die minimaal 1 jaar behandeld zijn met ocrelizumab, mogen met het onderzoek meedoen en worden verdeeld in twee groepen. De ene groep krijgt de standaard tijdsinterval van 6 maanden tussen de ocrelizumab behandelingen en de andere groep krijgt een verlengde tijdsinterval tot de volgende gift ocrelizumab op basis van het aantal B-cellen in het bloed. Via de Blooms-studie wordt er onderzocht of de verlengde tijdsinterval tussen de infusen even goed werkt als de standaard half-jaarlijkse infusen.
Dit onderzoek is opgezet door het MS Centrum Amsterdam (Amsterdam UMC locatie VUmc) en wordt uitgevoerd in verschillende ziekenhuizen in Nederland.’
Het academisch MS centrum Zuyd neemt deel aan meerdere internationale medicatie gerelateerde studies.