Ga naar hoofdinhoud

Regionale beroertezorg voldoet aan hoogste Europese standaard

22 jul 2024

Ziekenhuizen VieCuri, Laurentius Roermond, Zuyderland Medisch Centrum en Maastricht UMC+ werken intensief samen in de zorg voor mensen met een beroerte. De Europese beroerteorganisatie ESO heeft deze zorg en samenwerking geanalyseerd en besloten dat deze aan de hoogste eisen voldoet, de zogenaamde ‘diamond’ kwaliteitsstatus. Een erkenning voor een jarenlange samenwerking voor een grote patiëntengroep.

In 2023 werden zo’n 3000 patiënten met een beroerte – een herseninfarct of hersenbloeding – in  de betrokken ziekenhuizen behandeld. Dat zijn dus meerdere patiënten per ziekenhuis, per dag.

Samenwerking
VieCuri, Laurentius, Zuyderland en Maastricht UMC+ sloegen jaren geleden al de handen ineen voor deze patiëntengroep, legt hoogleraar neurologie Julie Staals van het Maastricht UMC+ (MUMC+) uit: ‘In de beroertezorg is snelheid cruciaal. Eenmaal in het ziekenhuis moet de patiënt zo snel mogelijk, liefst binnen een half uur, sterke bloedverdunners, trombolyse, krijgen om de bloedpropjes in het brein zo veel mogelijk op te lossen. Een deel van de patiënten, voor wie deze behandeling niet goed werkt, moet daarna zo snel mogelijk naar het MUMC+ om daar een behandeling via een katheter te krijgen. We moeten dus zeker ook Ambulancezorg Limburg noemen. Deze organisatie is onmisbaar en heeft er mede voor gezorgd dat onze zorg zo goed is beoordeeld.’

Een mooie bekroning van de Diamond kwaliteitsstatus!

Acute zorg
Een consultant namens de European Stroke Organisation (ESO) bezocht de vier ziekenhuizen om de zorg te beoordelen en tips voor verbetering te geven. Dit gebeurde op twee gebieden: enerzijds de acute zorg, het functioneren van de eerste opvang van patiënten die net een beroerte hebben gehad. Anderzijds de zorg op de verpleegafdelingen voor de opgenomen patiënten, die vanaf het begin al op herstel gericht moet zijn. Neuroloog Mary-Lou van Goor van het Laurentius legt uit: ‘een patiënt met een beroerte die op een spoedeisende hulp aankomt moet opgevangen worden door een zogenaamd beroerteteam, met een neuroloog, SEH-arts, SEH-verpleegkundige, radioloog en CT-laborant. Deze professionals zijn getraind in de zorg voor mensen met de beroerte. Dat klinkt eenvoudig, maar in elk ziekenhuis moet zo’n team 24 uur per dag, zeven dagen in de week klaar staan en binnen enkele minuten in actie kunnen komen. We zijn erg blij dat de ESO gezien heeft dat dit in elk ziekenhuis top functioneert. Dat is ook omdat deze teams regelmatig contact hebben met elkaar en van elkaar leren.’

Herstel
Ongeveer de helft van de patiënten herstelt van een beroerte zonder blijvende klachten of beperkingen. Anderen houden er de rest van hun leven beperkingen aan over. Een kleiner deel, ongeveer een vijfde, overlijdt kort na de beroerte of daarna door een complicatie, vooral bij een hersenbloeding of groot herseninfarct. Voor de patiënten die het overleven is het belangrijk dat de zorg direct gericht is op het herstel. Ook dat is onderdeel van de beoordeling van de ESO, legt Tobien Schreuder, neuroloog bij Zuyderland uit. ‘De zorg voor mensen met een beroerte is multidisciplinaire zorg. Dat betekent dat er een team is met niet alleen de neuroloog als medisch behandelaar, maar ook ergotherapeuten, fysiotherapeuten, logopedisten en verpleegkundigen, die gespecialiseerd zijn in beroertes en weten wat patiënten nodig hebben. Ook dat is in elk ziekenhuis goed georganiseerd.’

Trots
De samenwerkende ziekenhuizen en hun professionals in de beroertezorg zijn trots op deze erkenning. Het is bovendien de eerste keer dat ziekenhuizen gezamenlijk zijn beoordeeld en daarmee ook dat hun samenwerking onderdeel is van de beoordeling door de ESO. Frank Opstelten, neuroloog bij VieCuri: ‘de erkenning van de ESO is niet zomaar een papiertje, maar een erkenning voor onze goede samenwerking in de regio, van ambulance tot verpleegkundige. Alle radertjes in deze geoliede machine lopen optimaal. En daar plukken de patiënten in de hele regio Limburg de vruchten van. We zijn er dan ook trots op dat we deze optimale aanpak gezamenlijk kunnen waarborgen, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar. Dat is wat deze erkenning betekent.’