Ga naar hoofdinhoud

‘De vroeggeboorte voelde als een emotionele achtbaan voor ons’

Lees het hele verhaal

Familie Wellens

neonatologie

Eén op de tien kinderen wordt te vroeg geboren. Een vroeggeboorte heeft enorme impact op de gehele familie. Baby’s hebben weken, soms maanden, ondersteuning nodig in het ziekenhuis en ouders komen in een onzekere periode terecht. Dit geldt ook voor Beau Jevsinak en Tom Wellens, couveuseouders van hun kindje Véda. Zij delen hun verhaal, in het kader van Wereld Prematurendag.

Als een eerste bevalling feilloos is gegaan, verwacht je niet dat er dingen misgaan tijdens een volgende zwangerschap. Toch was het tegendeel waar voor Beau en Tom, die onlangs voor de tweede keer mama en papa zijn geworden. ‘Toen ik 27 weken zwanger was, kwamen wij er met een groeiecho achter dat de baby veel te klein was. De doorstroom van de placenta was niet goed en daardoor had ons meisje te weinig voedingsstoffen om te kunnen groeien’, vertelt Beau. Vanaf dat moment ging het heel snel. ‘Ik ben toen opgenomen in het ziekenhuis, vanwege dreigende vroeggeboorte. Een paar dagen later werd de baby met een keizersnede gehaald. Ons kindje Véda is toen precies met 30 weken geboren. Ze woog op dat moment 1030 gram en was maar 35,5 cm groot’.

Kinderen die te vroeg geboren worden (prematuur), hebben een valse start bij de geboorte. Ze hebben niet de juiste tijd in de baarmoeder gehad om orgaansystemen voldoende te ontwikkelen en hebben daarom wekenlang extra zorg nodig op de afdeling Neonatologie (onderdeel van het Geboortecentrum). Een periode, die voor Beau en Tom als een emotionele achtbaan aanvoelde: ‘De bevalling was niet zoals je het voorstelt. Ik
was super bang dat ze het niet zou halen en wilde dan ook absoluut geen keizersnede, omdat het veel te vroeg was. Helaas was er geen andere optie, dus zo geschiedde. Gelukkig is de bevalling goed verlopen en als je ziet dat je kindje het goed doet, dan gaat het met jezelf ook goed’.

Een vroeggeboorte heeft niet alleen impact op de bevalling, maar ook op kraamweek en de periode daarna. ‘De bevalling is nu zes weken geleden, maar ik ben nog amper thuis geweest’, vertelt Beau. ‘We zijn plotseling terecht gekomen in de wereld van Neonatologie: couveuses, ziekenhuizen, bezoekuren, warmtebedjes, verpleging, noem maar op. De eerste drie weken verbleef Véda in Maastricht UMC+, waar ze in een couveuse lag. We konden haar toen twee keer per dag zien en mochten de verpleegkundigen ondersteunen met de verzorging. Kortom, een situatie die je liever niet meemaakt bij je pasgeboren kindje’.

Inmiddels verblijft Véda al een tijdje in het Geboortecentrum van Zuyderland. Volgens Beau is haar kraamperiode hier weer opnieuw begonnen, dankzij het Family Centered Care principe. Dit houdt in dat ouders en kind samen op de kamer verblijven, ouders actief betrokken worden bij de zorg en overnachten ook mogelijk is. ‘Sinds ons verblijf in Zuyderland wordt ons leven weer steeds “normaler”. Ik heb hier meer privacy, ik mag haar meer verzorgen en ik mag 24 uur per dag bij Véda blijven als ik dat wil. Dat is anders dan de periode in de couveuse’.

Hoewel het leven voor Beau en Tom weer een beetje “normaler” wordt, is de zorg in het ziekenhuis nog steeds noodzakelijk voor de vooruitgang van Véda. ‘Dankzij de juiste hulp binnen Zuyderland, wordt ons meisje steeds sterker, groter en stabieler. Wel moet ze nog steeds bijkomen in gewicht en leren haar eigen temperatuur te reguleren. Dat lukt haarzelf nu nog niet. Daarom ligt ze in een warmtebedje, krijgt ze extra voeding en wordt ze continu gemonitord op haar hartslag. Hoe dan ook, ze doet het heel goed en we zien dat ze met stappen vooruit gaat. Ze is inmiddels 36 weken en weegt bijna twee kilo.’ Helaas hebben deze kersverse papa en mama nu nog geen idee wanneer ze met Véda naar huis mogen gaan. ‘We hopen dat we voor eind december weer thuis zijn en Kerst samen mogen vieren met ons gezin en de familie. Daar gaan we voor strijden, maar je weet nooit hoe het loopt. Als ze de zorg nodig heeft, dan moeten we helaas hier blijven’.