De crisisweek van ziekenhuisdirecteur David Jongen: ‘Ik denk dat we nog twee operatiekamers moeten sluiten’ (NRC)
20 nov 2021Zuyderland Medisch Centrum verzorgt momenteel de meeste coronapatiënen van alle ziekenhuizen in Nederland, zowel in de kliniek als op de Intensive Care. Verslaggeefster Liza van Lonkhuyzen liep, net als in de eerste coronagolf, een week mee met onze bestuursvoorzitter David Jongen. Dat leverde opnieuw een indringende inkijk achter de schermen van de crisisorganisatie op.
„De samenleving is er klaar mee”, zegt Jongen op maandagochtend. „Als je ziet wat voor shit ik op de socials allemaal me heen krijg.” Hij had vorige week in de media opgeroepen tot een strenge lockdown. „‘Hij liegt de boel bij elkaar. Hij zal wel de foto van De Jonge en Rutte op z’n nachtkastje hebben.’ Mijn vrouw – zij leest dat, ik niet – zei thuis: het is wachten tot de eerste steen door de ruit gaat.”
Vier verpleegkundigen lopen binnen. „Ik wil graag horen hoe het met jullie gaat”, zegt Jongen. Tja, ze zuchten. Al snel gaat het over agressie. Dat de beveiliging tijdens bezoekuren tegenwoordig vaak in de buurt blijft. Familie, corona-ontkenners die geen isolatiekleren willen dragen, geen mondkapje. Die weigeren te geloven dat hun vader of moeder corona kan hebben. Verschillende verpleegkundigen zijn al bedreigd. „Van: ik wacht je straks op.”
Ze vertellen dat partners van doodzieke patiënten vaak vragen of hun geliefde thuis kan overlijden. Dat ze moeten uitleggen dat het zo slecht gaat dat de patiënt dan sterft in de ambulance. „En dan ben je in niemandsland.” Ze vertellen dat ze dan een extra bed de kamer induwen en tegen het andere schuiven. Dat ze het licht dimmen. Dat de partner het grote bed inkruipt, zodat de geliefde in zijn of haar armen overlijdt. Hoe intiem het voelt als zij dan binnenkomen, alsof ze bij mensen thuis in de slaapkamer zijn.
Een van de verpleegkundigen, een twintiger, begint geluidloos te huilen. Ze doet haar mondkapje af. Ze vertellen dat als de lijkzak is dichtgeritst, en de schoonmaakdienst is geweest, de volgende patiënt er komt te liggen. Dat de waarden op de monitor dalen. Dat ze weten hoe het afloopt. „Het raakt je, hè”, zegt de jonge vrouw. Jongen is ook aan het huilen. Hij veegt z’n neus af. Antwoorden lukt even niet.
De verpleegkundige: „Soms is een potje janken goed.”
Het artikel is verschenen in NRC van zaterdag 20 november. Klik hier om het hele artikel te lezen!
Foto: Merlin Daleman