Er zijn een aantal risicofactoren bekend die de kans op longkanker vergroten.
Roken
Roken is de grootste risicofactor voor longkanker. De meeste mensen die longkanker krijgen, roken of hebben vroeger gerookt. Ook mensen die zelf niet roken maar wel veel in rokerige ruimtes zijn (‘meeroken’) hebben een grotere kans op longkanker.
Andere risicofactoren voor longkanker
Longkanker komt ook voor bij mensen die nooit gerookt hebben. Bij hen spelen andere risicofactoren mogelijk een rol. Andere risicofactoren voor longkanker zijn:
- COPD
COPD is een chronische ontsteking van de luchtwegen. De ontsteking
veroorzaakt schade aan het longweefsel. Het repareren van die schade gaat niet altijd goed. Dan kan er longkanker ontstaan.
- Luchtvervuiling
Bij luchtvervuiling gaat het vooral om fijnstof dat in uitlaatgassen zit. Iedereen krijgt wel in bepaalde mate met fijnstof te maken. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de veilige waarde van fijnstof. Hier zijn nog geen harde cijfers over bekend.
- Blootstelling aan bepaalde stoffen
In de bouw worden bepaalde stoffen gebruikt die longkanker kunnen veroorzaken. Zoals radon, nikkel en arseen. Mensen die met deze stoffen werken en ook roken, lopen een extra groot risico op longkanker.
Ook asbest is een stof die kanker kan veroorzaken. Meestal gaat het dan
Om mesothelioom. Mensen die met asbest hebben gewerkt, hebben ook een hoger risico op het krijgen van longkanker.
Erfelijkheid
Er is geen erfelijke aanleg voor longkanker bekend. Een risico op longkanker kan niet van ouder op kind worden doorgegeven.
Niet besmettelijk
Kanker is niet besmettelijk, ook longkanker niet. Er is ook geen besmetting mogelijk via het slijm dat iemand met longkanker ophoest.
Wilt u meer weten over risicofactoren van longkanker dan verwijzen wij u naar kanker.nl