- Zuyderland
- Specialismen en afdelingen
- Oncologische Zorg
- Ziektebeelden
- Prostaatkanker
- Behandeling prostaatkanker
Behandeling prostaatkanker
Wanneer er bij u prostaatkanker wordt geconstateerd, is het belangrijk dat we samen met u alles goed bespreken. Het Prostaatkankercentrum werkt vanuit de gedachte van ‘shared decision making’; dat betekent dat we samen met u een beslissing nemen of direct behandelen nodig is en zo ja, welke behandelmethode het meest geschikt is. Tevens krijgt u een gesprek met de casemanager die u ondersteunt voor, tijdens en na uw behandeling
Prostaatkanker groeit vaak langzaam. Het heeft daarom niet altijd zin om iedereen met prostaatkanker direct actief te behandelen. Dit wordt ook wel actieve surveillance genoemd ofwel waakzaam wachten en actief volgen. Bij 30% van de mannen blijkt de tumor zelfs helemaal niet of nauwelijks te groeien en ook geen klachten te veroorzaken. Dit geldt bijvoorbeeld voor:
- prostaatkanker die maar in een klein deel van de prostaat zit;
- mannen die verder gezond zijn, die een lage PSA-waarde hebben en bij wie slechts in 1 of 2 biopten tumorcellen zijn gevonden. Zij hebben daardoor een levensverwachting van meer dan 10 jaar;
- de Gleason-score maximaal 7 is;
- het PSA 10 of lager is.
Als besloten wordt om u niet direct actief te behandelen, dan wordt wel het verloop van uw ziekte nauwkeurig gevolgd door elke 3 tot 6 maanden een rectaal onderzoek en een PSA-test te doen. Vandaar dat deze vorm van behandeling ‘waakzaam afwachten’ of ‘actieve surveillance’ heet. Als de situatie langere tijd (2 jaar) stabiel blijft, dan kunnen de controles 1 keer per 6 maanden of per jaar plaatsvinden. Als de PSA-waarde toeneemt, dan vindt ongeveer 1 keer per jaar tevens een echografie en een biopsie plaats. Als er aanwijzingen zijn dat de tumor groeit, dan krijgt u meestal alsnog een bestraling of operatie.
Gleason-score
Bij prostaatkanker geeft de Gleason-score aan hoe agressief de kankercellen zijn. Deze score is een getal tussen 6 en 10. Hoe minder de kankercellen lijken op normaal prostaatweefsel, hoe hoger dit getal, hoe kwaadaardiger de tumor. Dus:
– Score kleiner of gelijk aan 6: laag risico
– Score van 7: gemiddeld risico
– Score van 8 of hoger: hoog risico.
Hoe lager de score, hoe beter de kans op volledige genezing.
Het verwijderen van de prostaat is in opzet genezend (curatief). U wordt alleen geopereerd als er geen uitzaaiingen zijn gevonden. Een ander woord voor deze operatie is radicale prostatectomie.
Dit is een operatie waarbij de uroloog uw hele prostaat en weefsel daaromheen met de zaadblaasjes wegneemt. Deze operatie wordt alleen uitgevoerd als er geen uitzaaiingen zijn. Om daar extra zekerheid over te krijgen, verwijdert de uroloog soms eerst de lymfeklieren uit uw onderbuik. Dit gaat altijd in overleg met u en uw uroloog. Deze worden tijdens de operatie in het laboratorium onderzocht. Als er geen uitzaaiingen in de lymfeklieren zitten, verwijdert de uroloog vervolgens uw prostaat en zaadblaasjes. Als blijkt dat uw lymfeklieren toch uitzaaiingen bevatten, worden uw prostaat en zaadblaasjes meestal niet verwijderd en komt u in aanmerking voor een andere behandeling (bestraling of hormoontherapie).
Sinds enkele jaren beschikt Zuyderland Medisch Centrum over een Da Vinci-operatierobot.
De Da Vinci Robot opereert niet zelfstandig. Het apparaat fungeert als een verlengstuk van de geoefende uroloog. De uroloog zit achter een bedieningspaneel in de operatiekamer en stuurt met zijn handen vier robotarmen aan. Dankzij een camera op één van de robotarmen, ziet de uroloog het gebied waarin hij opereert tot wel tien keer vergroot én driedimensionaal.
De robotoperatie maakt het mogelijk om op een meer geperfectioneerde en veilige wijze moeilijke kijkoperaties uit te voeren.
Urologen werken met chirurgische instrumenten, zoals mes en schaar. Deze instrumenten zijn nu gemonteerd op een robotarm, waardoor zij beter verfijnde bewegingen kunnen maken. Dankzij deze techniek treedt er minder bloedverlies op, is er minder wondpijn, zijn littekens minder groot en verloopt het herstel sneller.
Radiotherapie is een behandelingsvorm die gebruik maakt van straling. Radiotherapie wordt onder meer gebruikt bij de behandeling van kanker, maar ook andere (niet-kwaadaardige) aandoeningen komen soms voor een bestralingsbehandeling in aanmerking. Voor de bestraling wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling die echter vele malen sterker is dan de straling die gebruikt wordt voor het maken van röntgenfoto’s. Soms wordt ook een radioactieve bron gebruikt die in het lichaam in of dichtbij de tumor wordt aangebracht. Voor alle gebruikte straling geldt dat deze onzichtbaar, niet te ruiken en niet voelbaar is.
Bestraling van de prostaat kan op twee manieren gebeuren: inwendig of uitwendig. Soms worden beide technieken gecombineerd. De manier van bestralen is afhankelijk van het stadium van prostaatkanker, de kracht en duur van de urinestraal en het volume van de prostaat.
Inwendige bestraling (brachytherapie)
Bij deze techniek brengt de uroloog een stralingsbron aan in de prostaat. De straling die de bron uitzendt doodt de kankercellen, waarbij zo veel mogelijk gezond weefsel wordt bespaard. De bestralingsbron kan op 2 manieren in de prostaat worden gebracht:
- Via radioactieve ‘zaadjes’ in de prostaat (Low Dose Rate = LDR). Deze ‘zaadjes’ (korrels radioactief materiaal) verliezen na ongeveer 1 jaar hun radioactiviteit en kunnen daarna geen kwaad;
- Via buisjes in de prostaat waarin korte tijd een radioactieve bron wordt geplaatst (HDR = High Dose Rate). Na de bestraling haalt de uroloog de buisjes weer uit de prostaat.
Uitwendige bestraling
Bij deze methode bevindt de radioactieve bron zich buiten het lichaam. De straling van de bron wordt door de huid heen zo goed mogelijk gericht op de plaatsen in de prostaat waar zich tumorcellen bevinden. Deze behandeling vindt meermalen plaats (doorgaans 4 maal per week gedurende ongeveer 7 weken) Soms vindt de bestraling plaats na een voorbehandeling met hormonen. Dit maakt de kans op genezing groter.
Maastro Clinic
De bestralingsbehandelingen vinden plaats bij MAASTRO clinic.
MAASTRO werkt samen met de ziekenhuizen in Maastricht, Heerlen, Sittard, Roermond, Weert en Venlo. Voor de regio Noord- en Midden-Limburg heeft MAASTRO een dependance in Venlo.
Het wekelijks spreekuur met de radiotherapeut-oncoloog van MAASTRO clinic vindt plaats op dinsdagmiddag en donderdagmiddag.
Ofschoon de bovengenoemde behandelingen als doel hebben u te genezen, komt voor dat dit doel niet bereikt wordt.
In sommige gevallen keert de tumor terug. Bent u geopereerd, dan is bij terugkeer van de tumor bestraling mogelijk en bent u aanvankelijk bestraald, dan is bij terugkeer van de tumor een operatie mogelijk. Wel is het zo dat het risico op urine incontinentie bij een operatie na eerdere bestraling groter is dan bij een operatie als eerste behandeling.
Als de tumor elders in het lichaam terugkomt, is genezing vaak niet meer mogelijk en komt u in aanmerking voor een palliatieve behandeling.
Soms is er sprake van een tumor in de prostaat plus één uitzaaiing in de botten. In dat geval is het mogelijk deze uitzaaiing te behandelen met zogenaamde stereotactische bestraling. Dit betekent een behandeling met een hoge dosis radiotherapie in een beperkt aantal sessies (meestal 5). Het doel van deze behandeling is genezing.
Hormonen zijn stoffen die ons lichaam zelf maakt. Ze worden uitgescheiden in het bloed en beïnvloeden een aantal processen of organen in ons lichaam. Een belangrijke groep hormonen zijn de geslachtshormonen. De groei van prostaatkankercellen wordt gestimuleerd door het mannelijke geslachtshormoon testosteron. Hormonale therapie is erop gericht de stimulerende werking van testosteron teniet te doen. Het ontstaan en de woekering van kankercellen kunnen zo (tijdelijk) worden stopgezet. Afname van de aanmaak of van de werking van testosteron kan worden bereikt door het gebruik van medicijnen (hormoonpreparaten) of een operatie (orchidectomie). Hormonale therapie kan zowel worden ingezet als aanvullende behandeling (adjuvante) of wanneer genezing niet meer mogelijk is en hiermee voornamelijk klachten worden verminderd (palliatieve behandeling).
Er zijn verschillende manieren hormonale therapie:
Adjuvante hormonale therapie
Deze therapie wordt vooral toegepast bij agressieve vormen van prostaatkanker. De uitwendige bestraling wordt soms gecombineerd met hormonale therapie in de vorm van medicijnen; tabletten en/of injecties. Na afloop van de bestralingsbehandeling kan de hormoonbehandeling nog enkele jaren voortduren.
Palliatieve hormonale therapie
In overleg met uw uroloog kunt u hierbij kiezen uit twee mogelijkheden om de invloed van de (geslachts)hormonen op de groei van de tumorcellen te verkleinen:
- Door middel van een operatie aan uw zaadballen (orchidectomie). Hierbij wordt het hormoonproducerend weefsel uit allebei uw zaadballen verwijderd. De bijballen en het vlies dat uw zaadballen omhullen, blijven meestal zitten. Hierdoor voelt het nog redelijk hetzelfde aan als voorheen;
- Door middel van medicijnen (injecties en/of tabletten). Bij injecties wordt de werking van uw zaadballen stilgelegd, waardoor geen testosteron meer wordt aangemaakt. De injecties worden toegediend om de drie maanden door uw huisarts. Het effect is vergelijkbaar met een operatie aan uw zaadballen (orchidectomie). U moet de medicijnen dagelijks, jarenlang of soms levenslang gebruiken.
Prostaatkanker vaak hormoongevoelig
Ongeveer 90% van alle prostaatkankers is hormoongevoelig en kan dus behandeld worden met hormonale therapie. Het is lastig om per specifieke tumor te bepalen of deze zal reageren op hormonale therapie. Hiervoor moet aangetoond worden of de tumor receptoren bevat waar testosteron aan kan binden. Receptoren zijn eiwitten aan de buitenkant van cellen die werken als ontvangers voor signalen uit de omgeving van de cellen. Omdat het overgrote deel van de prostaattumoren reageert op hormonale therapie, wordt deze bepaling niet gedaan.
Bijwerkingen hormonale therapie
De meest voorkomende bijwerkingen van hormonale therapie bij prostaatkanker zijn:
- opvliegers
- gewichtstoename
- afname van lichaamsbeharing: dit kan van baard, borst, armen en benen
- pijnlijke zwelling van de borsten: gynaecomastie
- minder zin om te vrijen
- erectiestoornissen
- stemmingsveranderingen: bijvoorbeeld neerslachtigheid
- afname van spierkracht
- botontkalking: osteoporose
- gewrichtsklachten
- hoofdpijn
- vermoeidheid
Chemotherapie is een behandeling met cytostatica. Dit zijn medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Deze medicijnen verspreiden zich via het bloed door uw lichaam. Ze kunnen op bijna alle plaatsen de kankercellen bereiken.
Behandeling met chemotherapie is in de vorm van een kuur. U krijgt een periode medicijnen en een periode niet. De chemokuur krijgt u meestal een paar keer achter elkaar.
Chemotherapie is bij prostaatkanker een palliatieve behandeling. Zo’n behandeling is gericht op het remmen van de ziekte en/of vermindering van klachten.
U kunt chemotherapie krijgen:
- wanneer hormonale therapie niet meer werkt. De kankercellen zijn dan resistent geworden voor hormonale therapie. Artsen noemen dit castratieresistente prostaatkanker of CRPC;
- samen met hormonale therapie. U kunt voor deze combinatie in aanmerking komen als u bij de eerste diagnose uitgezaaide prostaatkanker heeft en in goede conditie bent.
Soorten chemotherapie bij prostaatkanker
De chemotherapie bestaat meestal uit 6 kuren met Docetaxel. Soms krijgt u 10 kuren van dit medicijn. Keert de ziekte na verloop van tijd terug, dan kunt u mogelijk in aanmerking komen voor behandeling met het medicijn Cabazitaxel.
Combinatietherapie na eerdere behandeling
Het effect van de combinatie chemotherapie en hormonale therapie is nog niet duidelijk bewezen voor mannen die eerder een operatie, bestraling en/of hormonale therapie hebben gekregen. Zij kunnen het beste advies vragen aan de behandelend uroloog.
Is de prostaatkanker uitgezaaid dan is hormonale therapie een palliatieve behandeling. Zo’n behandeling is gericht op het remmen van de ziekte en/of vermindering van klachten.
Het kan zijn dat u direct na de diagnose uitgezaaide prostaatkanker start met hormonale therapie. Soms in combinatie met chemotherapie. Maar dat is niet bij iedereen nodig. Als de PSA bij u laag is kunt u het verloop van de ziekte eerst een tijd volgen. U komt dan elke 3 tot 6 maanden op controle en start pas met hormonale therapie als het PSA snel stijgt of als u klachten krijgt. Het voordeel hiervan is dat u dan nog geen last heeft van de bijwerking van de hormonale therapie. Deze kunnen namelijk ingrijpend zijn.
Afzien van behandeling
De behandeling van prostaatkanker kan zwaar zijn. Dat geldt ook voor de gevolgen van de behandeling. U kunt het idee hebben dat de behandeling en de gevolgen niet meer opwegen tegen de resultaten die u van de behandeling verwacht. Daardoor kunt u gaan twijfelen aan de zin van de behandeling. Het doel van uw behandeling kan hierbij een rol spelen. Krijgt u die om de ziekte te genezen? Of krijgt u die om de ziekte te remmen en klachten te verminderen? Dat kan verschil maken in uw gevoel.
Twijfelt u aan de zin van (verdere) behandeling? Bespreek dit dan met uw uroloog of casemanager. Iedereen heeft het recht om af te zien van (verdere) behandeling.
Uw arts blijft u altijd medische zorg en begeleiding geven. Hij zal de vervelende gevolgen van uw ziekte zo veel mogelijk bestrijden.
Leven met prostaatkanker is niet vanzelfsprekend. Prostaatkanker en de behandeling ervan hebben vaak een grote invloed op het dagelijks leven. Niet alleen op uw lichaam, maar ook op uw geest. Daarom is het na de behandeling niet altijd makkelijk om het gewone leven weer op te pakken.
De gevolgen van kanker en de behandeling verschillen per persoon. Soms hebben die met de ziekte te maken. Soms met de behandeling. Ook uw leeftijd en lichamelijke conditie spelen een rol.
Voorbeelden van gevolgen waarmee u te maken kunt krijgen:
- plasklachten (vaker, meer aandrang, niet kunnen ophouden)
- urineverlies (tijdelijk of permanent)
- vermoeidheid
- geheugenverlies en concentratieproblemen
- angst voor terugkeer van de ziekte
- onzekerheid over het verdere ziektebeloop
- somberheid
- veranderingen in uw relatie
- een andere beleving van seksualiteit en intimiteit
- leren omgaan met pijn
- financiële gevolgen
Blijf niet lopen met de klachten. Bespreek ze met uw uroloog of casemanager.
Niet meer beter worden
U kunt te horen krijgen dat u niet meer beter wordt. De eerste tijd daarna is vaak een afschuwelijke periode.
Als u niet meer kunt genezen, kunt u palliatieve zorg krijgen. Hierbij is veel aandacht voor kwaliteit van leven en voor een goede afronding van het leven. Palliatieve zorg is zorg voor lichaam, geest én ziel. Ook naasten kunnen van deze zorg gebruik maken.
Als onderdeel van de palliatieve zorg kunt u een of meer palliatieve behandelingen krijgen. Doel hiervan is de ziekte te remmen en/of om lichamelijke klachten, zoals pijn en andere ongemakken, te verminderen.
Om u prettiger of meer ontspannen te voelen, kunt u ook nog aanvullende zorg krijgen. Dit heet complementaire zorg. Deze zorg kan helpen bij pijn, misselijkheid, slaapproblemen, spanning en onrust, angst of een sombere stemming.
Ook uw familieleden, vrienden en buren kunnen u op verschillende manieren steunen. De hulp die zij geven heet ook wel mantelzorg.
Wat kunt u zelf doen?
In het laatste stuk van uw leven kan uw arts nog wel veel voor u doen. Hij kan u de zorg geven die voor u belangrijk is, en die bij u past. Daarvoor moet hij wel weten wat u belangrijk vindt, wat u wilt en wat u niet wilt. Bijvoorbeeld: wilt u zo lang mogelijk alle behandelingen hebben die er zijn? Of zijn er misschien behandelingen die u later niet meer wilt? Welke begeleiding verwacht u van uw dokter? Of wilt u de mogelijkheid van euthanasie bespreken?
Denk na over deze laatste fase. Praat erover met uw familie en vrienden en met uw arts. Zo houdt u zelf invloed om keuzes te maken en die bekend te maken en voorkomt u misverstanden over de gewenste zorgverlening bij het sterven. Het geeft rust als u weet dat uw arts uw wensen en grenzen kent.
Stel het gesprek met uw arts niet uit. Vaak heeft u meerdere gesprekken nodig om van elkaar te weten wat u wilt.
Aanvullende zorg bestaat uit behandeling door gespecialiseerde hulpverleners op het gebied van voeding, bewegen en mentaal welzijn. Deze zorg kan aangeboden worden tijdens alle fasen van het ziekteproces.
Lees hier meer over de mogelijkheden die er zijn binnen Zuyderland om u te ondersteunen>
Ook buiten het ziekenhuis zijn verschillende zorgverleners die u extra kunnen begeleiden, denk hierbij aan uw huisarts, patiëntenverenigingen en Toon Hermans Huizen.
Bij prostaatkanker is het moeilijk aan te geven wanneer iemand echt genezen is. Ook na een behandeling die in opzet genezend is, bestaat het risico dat de ziekte terugkomt. Meestal geldt; hoe langer de periode dat de ziekte niet aantoonbaar is, hoe kleiner de kans op terugkeer.
Nazorg is daarom een essentieel onderdeel van de individuele patiëntenzorg tijdens en na behandeling van prostaatkanker. Nazorg heeft als voornaamste doel de ziektelast te beperken door verbetering van de kwaliteit van leven.
Na de behandeling blijft u onder controle bij de uroloog of verpleegkundig specialist. Deze nacontroles zijn nodig om te kijken of de ziekte is teruggekomen en of misschien een nieuwe tumor ontstaat.
Heeft u een behandeling gehad die in opzet genezend is?
Dan komt u eerst na 6 weken en vervolgens na 3, 6 en 12 maanden op controle. Tot 3 jaar na de behandeling krijgt u ieder half jaar een controle en tot 5 of 10 jaar na de behandeling ieder jaar. Vanaf 5 jaar na de behandeling en bij een stabiel laag PSA kan uw huisarts de controles misschien overnemen.
Is de prostaatkanker bij u teruggekomen (recidief), dan bepaalt u samen met uw uroloog de tussentijden van de controle-afspraken. Hierbij kijkt de arts ook naar uw klachten en de prognose.
Bij uitgezaaide prostaatkanker krijgt u eerst iedere 3 maanden een controle. Als de ziekte stabiel is, kan de controle eventueel iedere 6 maanden plaatsvinden.
Bij een controle-onderzoek wordt altijd de PSA-waarde bepaald. De arts onderzoekt mogelijk ook het gehalte van andere stoffen, zoals calcium, hemoglobine, creatinine, alkalische fosfatase en testosteron. Alleen als het PSA verhoogd is of u klachten heeft, zal de arts u verder onderzoeken met een rectaal toucher of beeldvormend onderzoek. Eventueel neemt hij (weer) biopten af.
Maakt u zich tussendoor zorgen over een klacht die u heeft? Vervroeg dan uw afspraak. U kunt hiervoor ook bij uw huisarts terecht.
van de patiënten is 5 jaar na diagnose nog in leven
- jaarlijks wordt prostaatkanker bij ca. 11.000 mannen in Nederland vastgesteld
- prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen
- een prostaatvergroting en prostaatkanker kunnen tegelijk voorkomen
- er is een verhoogd risico voor mannen bij wie prostaatkanker in de familie voorkomt (vader, broer, oom)