Kraam en couveusesuite

Als mama opgenomen moet worden gebeurt dit op de kraamafdeling, op een kraamsuite. De baby en papa kunnen ook op deze suite verblijven. De kraamverpleegkundigen dragen zorg voor moeder en kind. De gynaecoloog en zo nodig ook de kinderarts maken afspraken omtrent de behandeling en het ontslag.

De afdeling

Binnen het geboortecentrum bevindt zich de afdeling neonatologie/couveuseafdeling. De afdeling is verbonden met de kraamafdeling. De zorg op de afdeling Neonatologie is onderverdeeld in High Care (HC) en Medium Care (MC). Als je kind op de afdeling Neonatologie wordt opgenomen kunnen de vitale functies bewaakt worden met de hulp van bewakingsapparatuur. Het kan gaan om de bewaking van ademhaling, hartactie en zuurstofsaturatie.
Baby’s kunnen in een bed, een warmtebed of in een couveuse liggen, eventueel aangesloten aan een monitor.

Op één kamer

Een van de belangrijkste uitgangspunten van het Geboortecentrum is dat moeder en kind te allen tijde samen op een kamer verblijven. Dat geldt ook voor de afdeling Neonatologie/couveuseafdeling. Ouders worden ook op de neonatologie/couveuseafdeling actief betrokken bij de verzorging van hun baby. Het kan gedurende de opname gebeuren dat jouw baby van de couveuseafdeling overgeplaatst wordt naar de kraamafdeling, we streven ernaar om jou en jouw baby op dezelfde kamer te laten liggen.

Ouders zijn 24 uur per dag welkom op de afdeling Neonatologie/couveuseafdeling. Je mag familie of vrienden meenemen.

Broertjes en zusjes

Broertjes en zusjes zijn net als ouders, altijd welkom, maar kunnen niet blijven slapen. Broertjes en zusjes vallen onder de verantwoordelijkheid van de ouders of verzorgers. Wij vragen je kinderen op de suite of in de ontvangstruimte te laten spelen, niet op de gang. Bovendien is het belangrijk dat broertjes en zusjes niet verkouden zijn en/of in contact zijn geweest met kinderziekten.

Overige bezoekers

Verder gelden er de volgende afspraken mbt bezoek:

• Bezoek is welkom vanaf 12 jaar
• Geen hand/polssieraden om
• Bezoekers dienen de handen te reinigen met handdesinfectie (bij de ingang van de afdeling en op de kamer)
• Omdat jouw kind rust nodig heeft is het beter om jouw kind niet wakker te maken of uit bed te pakken tussen verzorgingsmomenten door
• Bezoekers die zich niet lekker voelen door bijv. een verkoudheid of een koortslip of ziek zijn, worden niet toegelaten op de afdeling. Je kunt bij twijfel altijd even overleggen met de verpleging.

Artsen, verpleegkundigen en verloskundigen zijn de medewerkers die je verwacht in het Geboortecentrum. Buiten deze hulpverleners zijn er nog andere disciplines actief.

Medisch maatschappelijk werk/Psychologische ondersteuning

Als ouder(s) komt er veel op je/jullie af tijdens de opname. Bij een verwachte langdurige opname wordt medisch maatschappelijk werk en/of psychologische ondersteuning aangeboden. Het medisch maatschappelijk werk richt zich op ondersteuning en begeleiding van ouders gedurende de opname. De medisch maatschappelijk werker kan helpen met:

· Informeren, adviseren en bemiddelen bij praktische gevolgen van ziekte, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting, werksituatie, financiën en veranderende wet- en regelgeving.

· Contacten leggen met en/of verwijzen naar instanties buiten het ziekenhuis.

· In gang zetten van het nazorgtraject.

Medisch maatschappelijk werk en psychologie maken deel uit van het team op de afdeling. Zij hebben net als alle andere hulpverleners een geheimhoudingsplicht. Met de ouders van kinderen, die langdurig op onze afdeling zullen verblijven, wordt volgens protocol een kennismakingsgesprek ingepland. Ouders kunnen vervolgens zelf beslissen of ze behoefte hebben aan meer gesprekken. In gesprekken met de medisch maatschappelijk werker en/of de psychologe kun je voor jezelf op een rijtje zetten hoe je in jouw persoonlijke situatie kunt omgaan met bijvoorbeeld: tegenstrijdige gevoelens, angst, verdriet, onzekerheid, de belasting van ziekenhuisbezoek voor jezelf en de thuissituatie, het verschil in beleving tussen jou en je partner en onzekerheid over de toekomst.

Fysiotherapeut

In het Geboortecentrum werken kinderfysiotherapeuten en fysiotherapeuten, die ouders praktische handvatten kunnen geven voor de verzorging van hun baby, aangepast aan de leeftijd. De kinderfysiotherapeut kijkt specifiek naar de ontwikkeling van jullie baby. Zij/hij zorgt, samen met de verpleging, voor een aangepaste omgeving (bijvoorbeeld een froggy of snuggle), geeft advies over goede houdingen en de juiste manier van hanteren. Daarnaast wordt de motorische ontwikkeling van de baby vastgelegd met behulp van een aantal motorische testen. Afhankelijk van de resultaten en manier waarop jouw/jullie baby zich ontwikkelt kunnen er zonodig extra adviezen gegeven worden.

Logopedie

Bij voedingsproblemen wordt de logopedist(e) ingeschakeld om mee te kijken tijdens de voedingsmomenten en handvatten aan te reiken, aangepast aan het kind en drinkgedrag.

Gastvrouw

Bij binnenkomst in het Geboortecentrum kom je als eerste langs de gastvrouw. Zij begeleidt het bezoek naar de kamer en controleert of jullie, als ouders, daar aanwezig zijn. Je kunt je bij de gastvrouw melden voor een toegangspas. Bij ontslag moet deze weer ingeleverd worden.

Voedingsassistente

De voedingsassistente draagt er zorg voor dat je jouw maaltijden krijgt. Ook zorgt zij voor extra drinken gedurende de dag. Als je vragen, een dieet en/of wensen hebt, kun je je tot haar wenden. Ze is dagelijks aanwezig tot 19.30 uur.

Zorgcoördinator

Het verpleegkundige team van de neonatologie heeft een zorgcoördinator, die je zowel op de werkvloer als in functie tegen kunt komen. Je kunt zowel bij de zorgcoördinator, als de leidinggevende van de neonatologie en kraamafdeling, terecht met vragen, problemen van dagelijkse aard en/of klachten.

Manager

Mocht je het nodig achten, kun je altijd een gesprek met de manager van de afdeling aanvragen.

Er zijn soms oorzaken waardoor een baby minder goed of slecht drinkt. Hoewel vanaf de geboorte alle reflexen in het mondgebied aanwezig zijn, hebben veel pasgeboren baby’s een aantal dagen nodig om het drinken goed te leren. Er zijn ook baby’s waarbij het iets langer duurt voordat ze zelf gaan drinken, zoals bijvoorbeeld: te vroeg geboren baby’s, baby’s met een te laag geboortegewicht in relatie tot de zwangerschapsduur, baby’s met een infectie.

Of er na de geboorte gestart kan worden met voeding, is afhankelijk van de conditie van jouw baby en gebeurt altijd in overleg met de kinderarts. Op welke wijze er gestart wordt met het toedienen van voeding én met welke soort voeding, is mede afhankelijk van de zwangerschapsduur van jouw baby.

In principe start jouw baby met borstvoeding of flesvoeding. Mocht zelf drinken te vermoeiend zijn of is je baby te ziek om zelf te drinken dan starten we met sondevoeding. Een combinatie van borstvoeding en sondevoeding of flesvoeding en sondevoeding is ook mogelijk. Afhankelijk van de situatie geeft de verpleegkundige, samen met de ouder(s), de eerste voeding en bekijkt de verpleegkundige ook samen met de ouder(s) wat het beste is voor de baby.

Jouw baby staat hierbij centraal. Wij streven ernaar jouw baby zoveel mogelijk ontwikkelingsgericht te verzorgen. Dit houdt in dat er wordt ingegaan op de signalen die je baby geeft en dat we de zorg afstemmen op de ontwikkeling en het welzijn van je baby. We geven bijvoorbeeld alleen een flesje als je baby goed wakker is én ook wil drinken.
Afhankelijk van de leeftijd of conditie van je baby, moet het voedingsmoment in juiste verhouding staan met zijn/haar rust- en slaapperiode. We storen je baby tussendoor zo min mogelijk in zijn/haar rust of slaap.
Is je baby geboren met een zwangerschapsduur beneden de 34 weken, dan krijgt hij/zij altijd een voedingssonde ingebracht. De zuigreflex is meestal wel aanwezig, maar is niet krachtig. Bij zeer jonge baby’s is de coördinatie zuigen, slikken en ademen niet goed op elkaar afgestemd, waardoor ze zich makkelijk kunnen verslikken. Ook zal in de week na geboorte de voeding elke dag door de kinderarts opgehoogd worden. Sommige kinderen kunnen dat nog niet aan en krijgen dan sondevoeding erbij.